Loes en Jos

Als docent bij Avans lever je een belangrijke bijdrage aan de toekomst van onze studenten. En daarmee ook aan de toekomst van onze maatschappij. Hoe bevalt het andere docenten om hier te werken? Loes de Veth (Engels, Communicatieve Vaardigheden) en Jos van Weert (Werktuigbouwkunde) delen hun ervaringen.

Waar wil je aan bijdragen met jouw werk bij Avans?

Jos: "Ik wil bijdragen aan een veilig klimaat voor zowel collega’s als studenten. Waarin je jezelf vakinhoudelijk kunt ontwikkelen, maar ook als mens. Ik vind het mooi om te zien hoe studenten zich ontplooien. Sommigen gaan zelfs zo hard dat ze je voorbij groeien. Dat is geweldig."

Loes: "Ik vind het belangrijk dat studenten het gevoel krijgen dat ze een positieve impact kunnen maken op de maatschappij. Dat ze zich bewust worden van hun kansen en hun rol in een groter geheel."

Jos: "Weet je wat je zult merken als je hier wat langer werkt? Dan spreek je na een aantal jaar een oud-student die zegt: ik heb nog steeds profijt van je lessen. Of je krijgt eens een mailtje met: ik ben blij dat je me toen een hart onder de riem hebt gestoken."

Hoe maakt Avans jouw professionele groei mogelijk?

Loes: "Hoewel ik hier nog niet zo lang werk, zie ik al dat je allerlei mogelijkheden krijgt. Er zijn verplichte cursussen, maar je krijgt ook de vrijheid om zelf je weg te zoeken. Ik ben me nu aan het verdiepen in duurzaamheid omdat ik dat heel interessant vind."

Jos: "Toen ik in 2014 bij een andere opleiding ging werken, kwam ik erachter dat ik graag extra kennis wilde opdoen. Avans gaf me de mogelijkheid om een master Wiskunde te volgen. Dat zal niet elke werkgever doen. Een oud-directeur zei eens tegen me: wat goed is voor jou, is goed voor Avans. Want uiteindelijk heeft jouw werkplezier zijn weerslag op de werkvloer – en daarmee op de studenten. Daar had hij gelijk in."

Als de ogen fonkelen, is mijn dag goed.

Wanneer heb je het gevoel: deze werkdag is geslaagd?

Jos: "Bijna elke dag. Als iemand iets wil leren, vind ik het gewoon leuk om daarbij te helpen. Als je de ogen van studenten ziet fonkelen omdat ze ineens iets snappen, is mijn dag goed."

Loes: "Bij de vakken die ik geef, zit het misschien minder in ‘nu snap ik het’ en meer in ‘nu voel ik dat ik het kan’. Als je een andere taal leert, is dat vertrouwen heel belangrijk. Het is tof om dat te zien groeien."

Hoe zou je de werksfeer in jouw team omschrijven?

Loes: "We hebben echt een gezellig team. Je kunt jezelf ook altijd uitspreken. En als je vastloopt, zijn collega’s bereid je te helpen."

Jos: "Dat herken ik wel, Loes. Als je iets op je lever hebt, kun je dat kwijt. Natuurlijk zijn er soms discussies, maar daarna kunnen we elkaar altijd in de ogen blijven kijken. Zo beleefde ik het bij Informatica en nu bij Werktuigbouwkunde ook. De cultuur is heel open."