Nieuws

Niemand minder dan Ernst Kuipers was op maandag 13 maart te gast bij Avans Hogeschool. De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ging in gesprek met studenten van de deeltijd- en voltijdopleiding HBO-Verpleegkunde. “Wees trots op wat je allemaal leert, iedere dag weer”, drukte Kuipers de studenten op het hart.

Het is 18.50 uur. Precies op tijd arriveert de minister bij het Avansgebouw aan de Hogeschoollaan in Breda. Hij is op doorreis naar Brussel en maakt met alle plezier een tussenstop bij Avans, waar hij de studenten een hart onder de riem wil steken. In de zaal hebben zich zo’n 85 studenten verzameld. Moderator Niels de Beer is blij met de opkomst: “NAC speelt thuis vanavond, maar de studenten kwamen liever hierheen. En ze krijgen er niet eens studiepunten voor”, knipoogt hij vanaf het podium.

Verbonden met de politiek

Tina Hoogstraaten zit ook in de zaal. Zij is directeur van de Academie voor Welzijn, Educatie en Gezondheid. Onder haar academie vallen naast de voltijdopleiding HBO-Verpleegkunde ook de opleidingen Fysiotherapie, Mens en Techniek, Social Work en Leraar Basisonderwijs (Pabo). “Allemaal studenten die kiezen voor een prachtig, maar uitdagend vak. Het is belangrijk dat zij zich verbonden voelen met de politiek en beleidsmakers." Ze juicht de komst van Kuipers dan ook toe. "En andersom werkt het ook: de minister blijft door dit soort bijeenkomsten op de hoogte van de thema’s die leven onder de studenten en medewerkers in de zorg.”

Als Niels het woord aan de studenten geeft, blijkt dat ze zich uitstekend hebben voorbereid. Vanuit de zaal komt de vraag hoe de minister kan zorgen voor de mentale en lichamelijke gezondheid van mensen die werken in de zorg. “De zorg is een ontzettend uitdagend werkveld”, antwoordt hij. “Je mag wat doen voor mensen die je echt nodig hebben. Dat gaat nu eenmaal vaak gepaard met zware momenten.”

Weloverwogen keuzes

“Daarom is het heel belangrijk om goed na te denken over de keuzes die je maakt: welke vorm van zorg past bij mij? Vind ik het prettig om in een groot of klein team te werken? Wil ik onregelmatige diensten? Vanuit Den Haag maken we afspraken met werkgevers en daarnaast is er een belangrijke rol weggelegd voor de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd.”

Dan is het de beurt aan Nicole. Ze werkt als zorgcoördinator in het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis en volgt de module Verpleegkundig leiderschap bij Avans. Nicole vraagt zich af of de mensen die aan het bed staan, zoals verpleegkundigen, wel worden betrokken bij de beslissingen in Den Haag. Ook maakt ze zich zorgen of de belangen van de patiënten in de kleinere ziekenhuizen wel voldoende worden behartigd. Zo dreigt sluiting van de spoedeisende hulp (hierna: SEH, red.) van haar ziekenhuis.

In gesprek met verpleegkundigen

“Mijn allereerste overleg van vandaag was met onze Chief Nursing Officer”, antwoordt Kuipers. “Dat is een verpleegkundige die ook hoogleraar Verplegingswetenschap is. Deze verpleegkundige gaf mij input over de werkwijze in de zorg. En bij het laatste overleg van vandaag was de voorzitter van de Verpleegkundige Adviesraad van de betreffende zorginstelling aanwezig. En zo gaat het meerdere dagen in de week. Kortom: ik neem graag de ervaringen van de werkvloer mee bij mijn beslissingen. Dat geldt ook voor jullie input van vanavond.”

Hij vervolgt: “Wat betreft de sluiting van de SEH: in algemene zin ben ik de laatste die dat wil. Maar in Nederland maken we wel afspraken over hoe de SEH eruit moet zien. Bij die afspraken zijn óók verpleegkundigen betrokken. Zo moet er op een SEH tenminste 1 dokter met 1 jaar werkervaring aanwezig zijn. En dan nog zijn er SEH’s die niet voldoen aan die minimale eis. Dan zeg ik: je voldoet eraan óf we gaan nadenken over hoe we het anders moeten doen.”

Agressie in de zorg

Even later gaat het over de toenemende agressie, waar steeds meer mensen in de zorg mee te maken krijgen. De minister krijgt de vraag of er op dit moment actieplannen in de maak zijn om die agressie een halt toe te roepen, zeker ook omdat de casussen steeds complexer lijken te worden.

“Jullie werken in de zorg omdat je een bijdrage wilt leveren”, weet Kuipers. “Je hebt begrip voor mensen die hulp nodig hebben en daardoor vaak gestrest zijn. Maar laat ik duidelijk zijn: agressie in de zorg hoort niet. Het is niet normaal en niet acceptabel, ook al kun je erin getraind worden om te deëscaleren. Daar horen ook programma’s bij en daar zijn we zeker mee bezig. Maar we moeten bovenal duidelijk blijven maken dat agressie er niet bij hoort.”

Consequenties voor de toekomst

Kuipers sluit af met een laatste boodschap voor de studenten: “Ik wil nog even benadrukken van wie ik het vak als arts in de praktijk heb geleerd. Niet van de collega-artsen, niet van de supervisiedokters. Nee, ik heb het vak echt geleerd van de verpleegkundigen. Wees daarom trots op wat je allemaal leert, iedere dag weer.”

En daarmee is het ‘formele’ deel van de bijeenkomst voorbij. Hoewel dit gedeelte 10 minuten langer duurde dan gepland, neemt de minister uitgebreid de tijd om op de foto te gaan met de studenten en nog wat laatste vragen te beantwoorden. Jacomine Ravensbergen was er ook, namens het College van Bestuur van Avans. Ze kijkt met veel voldoening terug op de avond: “Mij viel op dat de studenten echt goede, actuele vragen stelden. Ze denken duidelijk na over de consequenties van de politiek voor hun eigen toekomst.”

Ook Niels is heel blij met het verloop van de avond. “We kregen deze mogelijkheid op het laatste moment en hadden 5 dagen om deze avond te organiseren. Des te mooier is het dat er zo veel animo was. En het was ook nog eens een divers publiek, met studenten van zowel de voltijd- als deeltijdopleiding HBO-Verpleegkunde. Vanaf het podium zag ik dat alle studenten van de eerste tot de laatste minuut geboeid zaten te luisteren.”

Enthousiasme delen

En de minister zelf? Hij genoot van het enthousiasme en de goed voorbereide vragen van de studenten. “Tot het laatste moment gingen er veel handen omhoog”, viel hem op. Waarom vindt hij het belangrijk om in gesprek te gaan met studenten? “In de eerste plaats is het vooral leuk. Daarnaast heb ik zelf altijd ongelooflijk veel plezier gehaald uit het contact met verpleegkundigen, andere collega’s en patiënten. Het werk in de zorg is ontzettend belangrijk én leuk. Ik deel mijn enthousiasme graag met studenten.”

De minister had nog een laatste boodschap, met het oog op de verkiezingen voor de Provinciale Staten en Waterschappen op 15 maart. “Net als in de zorg zien we ook in de politiek verharding. En ook daar hoort het niet. We moeten proberen om dat tegen te gaan. De beste manier om dat te doen, is om je stem uit te brengen. Het gaat over jullie toekomst.”