Kennis over geloof en religieuze sensitiviteit zijn bij veel hulpverleners niet aanwezig, waardoor de oorzaak van de geestelijke nood bij homoseksuele jongeren met een conservatief gereformeerde achtergrond onvoldoende begrepen wordt.

Uit eerder onderzoek is gebleken dat wanneer homoseksuele jongeren met een conservatief gereformeerde achtergrond een appel doen op psychische hulpverlening, ze vaak niet vinden wat zij in de eerste plaats zoeken: begrip voor hun angst om gestraft te worden voor hun geaardheid. Kennis over geloof en religieuze sensitiviteit zijn bij veel hulpverleners niet aanwezig, waardoor de oorzaak van de geestelijke nood bij deze doelgroep onvoldoende begrepen wordt. 

Genoemde hulpverlening richt zich vaak voornamelijk op het hier en nu en redeneert vanuit een positief mensbeeld. De jongeren in kwestie worstelen echter met heel andere levensvragen die te maken hebben met zonde en schuld, verkiezing en verwerping, hemel en hel. 

Religieuze sensitiviteit

In een overwegend ontkerkelijkte samenleving waar acceptatie voor homoseksualiteit hoog is, ontbreekt het in de hulpverlening, vaak onbewust, aan religieuze sensitiviteit wanneer het deze doelgroep betreft. Maar om die sensitiviteit te ontwikkelen, is basiskennis van de geloofsleer noodzakelijk. Om zo homoseksuele jongeren van conservatief gereformeerde huize daadwerkelijk te kunnen begrijpen en helpen.

Leefwereld

Het onderzoek inventariseert door middel van literatuurstudie en gesprekken met betrokken professionals de ervaringen die hulpverleners met dit thema hebben. En wat hun behoeften zijn op het gebied van het ontwikkelen van religieuze sensitiviteit. Het doel is om een eindproduct te realiseren dat hulpverleners ondersteunt in het begrijpen van de religieuze mindset van deze jongeren en hun angst, zodat beter aangesloten kan worden op hun leefwereld tijdens het hulpverleningstraject.

Foto: Hans Memling's altaarstuk 'Het Laatste Oordeel', vervaardigd tussen 1467-1471