‘Studentenwelzijn moet vanzelfsprekend onderdeel van Avans zijn'

Avans ziet een voorzichtige stijging in het welzijn van studenten. Dat blijkt uit de resultaten van de NSE (Nationale Studenten Enquête). In een gesprek met Amber Titulaer, regisseur Student Support, en lector Marca Wolfensberger van het lectoraat Transdisciplinair Samenwerken in Onderwijs, wordt duidelijk dat er al veel goed gaat, maar dat er ook nog genoeg werk aan de winkel is. “Zorg dat studentenwelzijn geen bijzaak is.”

Regisseur Student Support Amber Titulaer en lector Transdisciplinair Samenwerken in Onderwijs Marca Wolfensbergen

Student Support is bij Avans de plek waar studenten en studentbegeleiders terecht kunnen met al hun vragen rondom ontwikkeling, welzijn en begeleiding. Samen met studenten bracht Amber de eerste 100 dagen in beeld, de cruciale periode waarin studenten zich vaak het meest kwetsbaar voelen: “Vroeger overspoelden we studenten met informatie tijdens de introductie, waarna we snel overgingen tot de orde van de dag. Maar we gaven te weinig aandacht aan hoe intens de overstap naar het hbo is. Terwijl die eerste fase bepalend is of studenten doorgaan.”

Inzicht en actie met praktische tools

Om deze kwetsbare start beter te ondersteunen, ontwikkelde Marca’s lectoraat Transdisciplinair Samenwerken in Onderwijs – samen met studenten en andere partners – verschillende instrumenten die inzicht geven in het welzijn van studenten. Zo helpt de Studenten Welzijnswijzer (niet te verwarren met de Welzijnsmonitor) studentenverenigingen om het gesprek over welzijn op gang te brengen. Haar lectoraat stond ook aan de basis van de onderzoeksmethode ‘Samen sterker in het onderwijs’, met 16 werkbare elementen voor studentenwelzijn. Avans gebruikt daarnaast de Startthermometer, een door Fontys Hogeschool ontwikkeld instrument om vroegtijdig signalen van problemen te herkennen.

Als lector onderzoekt Marca hoe samenwerking en verbinding in het onderwijs kunnen bijdragen aan welzijn en succes. “Deze tools geven ons concrete inzichten”, zegt zij over het belang van de instrumenten. “We leren waar het knelt, waar het goed gaat, en hoe belangrijk het is dat studenten zich verbonden voelen – niet alleen met docenten, maar ook met elkaar.”

Verbinding en schaamte

Verbinding is een sleutelwoord in het gesprek. Marca benadrukt dat het vooral gaat om echte onderlinge verbinding. “Peer coaching is daar een mooi voorbeeld van: studenten die elkaar helpen en bevragen. Ook samen nadenken over keuzes binnen een flexibel curriculum helpt studenten hun weg te vinden.” Een ander thema dat opkomt, is schaamte. “Veel studenten schamen zich voor hun onzekerheden, voor het feit dat ze iets nog niet begrijpen. Door daar ruimte voor te maken, verlagen we drempels en vergroten we de veerkracht.”

De onmisbare rol van docenten

De rol van docenten, en vooral van studieloopbaanbegeleiders (SLB’ers), is hierbij cruciaal. Deze docenten zijn vaak het eerste aanspreekpunt, vertelt Amber. “Er ligt veel op hun bord: studiekeuze, welzijn, motivatie en flexibel onderwijs. Hun rol is uitdagend, maar ontzettend belangrijk. Daarom moeten we goed zorgen voor onze SLB-docenten, zodat zij goed kunnen zorgen voor onze studenten. Denk aan het zuurstofmasker in het vliegtuig: eerst bij jezelf opzetten, dan pas bij de ander.”

Marca sluit zich daarbij aan. “Een docent die overvraagd is, zal minder vriendelijk zijn, minder geduldig. Dat werkt door in de sfeer en in de relatie met studenten. Als we investeren in de ontwikkeling van docenten en werkdruk verlagen, profiteren studenten daar direct van.” Avans’ expertisecentrum Future-Proof Education, waar haar lectoraat deel van uitmaakt, levert de kennis voor deze professionele ontwikkeling. Zo draagt het lectoraat bij aan evidence-informed onderwijs én professionalisering (onderbouwd door onderzoek en afgestemd op de praktijk). 

Kleine gebaren kunnen een groot verschil maken, legt Marca uit. Ze was onlangs bij een lectorale rede in Den Bosch, waarbij de bestuursvoorzitter van Avans oprechte aandacht toonde voor hoe de betreffende lector op de foto kwam. “Dat lijkt een kleinigheid, maar zulke aandacht weerspiegelt zich in onze omgang met elkaar.” Amber herkent dit in het werk van docenten die tijd maken voor persoonlijke aandacht. “Dat soort kleine momenten zijn zo waardevol.”

NSE-cijfers: hoopvol, maar niet compleet

De NSE laat een lichte stijging in welzijn zien. Amber ziet dit als een bevestiging dat we op de goede weg zijn. “Je kunt voorzichtig concluderen dat de maatregelen van de afgelopen jaren effect hebben. Maar de cijfers vertellen niet het hele verhaal. Er is nog steeds veel om aan te werken.”

Marca is het daarmee eens. “De NSE meet gemiddelden. Maar wat zeggen die over studenten die mantelzorger zijn, of kampen met psychische klachten? Over studenten zonder netwerk of zonder vaste kamer? We weten nog te weinig over deze groepen.” Wat we wel weten, is dat een groot aantal studenten nog altijd kampt met stress, spanningsklachten en psychische klachten. Marca pleit er dan ook voor om studentenwelzijn niet als los project te zien, maar als een vast onderdeel van het onderwijs zelf. “Verweef het in het curriculum. Zorg dat welzijn geen bijzaak is, maar een vanzelfsprekend onderdeel van Avans.”

De kunst van het ongelukkig zijn

Tegelijkertijd mogen we ook accepteren dat niet alles maakbaar is. Marca: “We hoeven niet altijd oplossingen te hebben. Soms is er de kunst van het ongelukkig zijn. Het feit dat je niet weet wat je moet kiezen, dat je bang bent, dat je twijfelt: dat mag er ook zijn.”

Juist daar ligt volgens haar een taak voor het hoger onderwijs: studenten helpen om te gaan met onzekerheid, met complexiteit. “We willen creatieve, wendbare professionals opleiden. Dan moet je ook kunnen omgaan met het feit dat niet alles duidelijk of perfect is. En dat begint met erkenning en gesprek.”

Samen verder bouwen aan verbinding

Studentenwelzijn is geen modewoord, geen tijdelijke hype. Het is een kernwaarde voor goed onderwijs. En hoewel de resultaten van de NSE licht verbeteren, blijft het gesprek en de inzet nodig. Amber: “We zien beweging, en dat is hoopvol. We moeten doorgaan, verdiepen, en samen blijven bouwen aan een Avans waarin studenten én docenten kunnen bloeien.”

Tegelijkertijd klinkt ook een duidelijke oproep: denk verder dan je eigen organisatieonderdeel. “We zijn geneigd dingen op te starten binnen onze eigen academie, dienst of lectoraat”, zegt Amber. “Maar studenten trekken zich daar weinig van aan. Die bewegen door heel Avans.”

Marca beaamt dat: “Juist op het gebied van studentenwelzijn hebben we baat bij samenwerking. Als we elkaar durven op te zoeken, binnen en vooral ook buiten onze eigen afdeling, kunnen we van elkaar leren en elkaar versterken.”