'Onderscheid tussen onder- en bovenwereld bestaat niet'

Stop met het onderverdelen van de wereld in boven- en onderwereld als het gaat om criminaliteit. Dat is wat Teun van Ruitenburg, lector Ondermijning bij Avans Hogeschool, betoogt in zijn lectorale rede. Daarin zet hij uiteen hoe praktijkgericht onderzoek een bijdrage kan leveren aan het bestrijden van georganiseerde criminaliteit en ondermijning.

Teun van Ruitenburg lector Ondermijning Avans Hogeschool

Interesse in criminaliteit heeft Van Ruitenburg al sinds zijn jeugd. “Ik was er na het behalen van mijn vwo-diploma als zeventienjarige van overtuigd dat ik bij de politie zou gaan werken, die wereld vond ik interessant.”

De politie werd het niet. Inmiddels is Van Ruitenburg anderhalf jaar werkzaam bij het lectoraat Ondermijning van Centre of Expertise Veiligheid & Veerkracht, een functie die hij combineert met zijn werk als Senior onderzoeker aan het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving (NSCR). Na zijn studie criminologie deed hij promotieonderzoek naar de aanpak van outlaw motorcycle gangs (OMG’s) in Nederland. Na die tijd werkte hij ook als criminoloog voor het Functioneel Parket van het Openbaar Ministerie.

Bij het lectoraat werkt hij samen met andere lectoren, onderzoekers, docenten, studenten en professionals uit en in de praktijk aan het bestrijden van ondermijning.

De ondertitel van je rede is: afscheid van de onderwereld. Waarom is dat belangrijk?

Teun: “Spreken van vermenging van onder- en bovenwereld bekt lekker, en er zit ook zeker wat in. Maar het denken in wij en zij ontslaat ons van het willen begrijpen van crimineel handelen. Het is ook feitelijk onjuist: mensen die zware delicten plegen lopen naast ons op straat, gaan naar dezelfde supermarkt. Ze leven naast ons in dezelfde wereld. Ze maken misbruik van de wereld die we met elkaar delen. Met het maken van onderscheid tussen boven- en onderwereld sluit je misschien wel je ogen voor de oorzaken van criminaliteit. Deze oorzaken bevinden zich in onze samenleving, de oplossing dus ook.”

Je noemt de manier waarop we naar ondermijning kijken ‘het kijken met het monsterframe’. Wat bedoel je daarmee en wat is er mis met dat frame?

“Door ondermijning te beschrijven als een veelkoppig monster stel je dat criminaliteit iets buitenaards is. Maar georganiseerde criminaliteit is het gevolg van menselijk handelen. De mensen die dat doen zijn geen monsters, maar mensen die zijn opgegroeid in onze buurten, in onze samenleving, niet in een andere wereld. Als je ze monsters noemt, dan plaats je ze buiten de wereld en onze eigen invloedssfeer. Dat leidt tot de roep om harder te straffen en een hardere aanpak.”

Probleem daarbij is volgens Van Ruitenburg het gebrek aan inzicht dat die aanpak werkt. Bij resultaten van politie, justitie en gemeenten gaat het vaak over het aantal kilo’s onderschepte drugs of het aantal gesloten drugspanden. “Dat is output, niet outcome, de daadwerkelijke impact op de criminaliteit.” Met andere woorden: je weet niet wat er niet is opgerold en hoe op deze maatregelen wordt gereageerd. Dit is ook een moeilijke opgave: georganiseerde criminaliteit is namelijk minder zichtbaar. “Het zijn geen inbraken waarvan je weet hoeveel meldingen er zijn.”

Inzicht bieden is dus waar het jullie om gaat?

“Inderdaad. Ik wil meer aandacht genereren voor gevolgen en effectiviteit. Er worden miljoenen geïnvesteerd in de aanpak van georganiseerde criminaliteit, maar in hoeverre die aanpak effectief is, weten we niet goed.”

Hoe dragen jullie concreet bij aan het bestrijden van ondermijning?

Teun refereert aan het onderzoek naar de toepassing van crime scripting, dat al 30 jaar bestaat, en waarvoor onlangs extra geld voor onderzoek werd toegekend aan het lectoraat. “Je beschrijft daarbij in stappen wat een crimineel doet om succesvol te zijn. Het biedt praktische handvatten waar en wanneer je kunt ingrijpen.” Eerder was Teun samen met Thom Snaphaan betrokken bij de ontwikkeling van de methode financial crime scripting, die inmiddels wordt wordt doorontwikkeld in samenwerking met praktijkpartners. “En het is nu ook een module binnen de Politieacademie.”

“Een ander voorbeeld: in onze onderzoekslijn data hebben we een datavolwassenheidsscan ontwikkeld, die laat zien waar een gemeente staat op het gebied van datagedreven werken. Meer dan 50 gemeenten hebben deze al gebruikt. Daarmee krijgen ze inzicht in de randvoorwaarden voor datagedreven werken en weten ze welke stappen ze moeten zetten om data beter te kunnen gebruiken, zodat ze ook crimineel handelen kunnen signaleren.”

Tot slot, wat is je grootste uitdaging als lector?

“Ondermijning is een breed begrip. Waar focussen we ons op, welke thema’s? Op welke vormen van criminaliteit focus je je nu? Welke onderzoeksvragen zijn nog onbeantwoord? Waar kun je het meeste effect genereren? De uitdaging voor mij is om keuzes te maken. Milieucriminaliteit verdient bijvoorbeeld ook meer aandacht.”

Het lectoraat focust de komende jaren op 4 onderzoekslijnen: bestuurlijke aanpak, criminele geldstromen, datagedreven oplossingen en de effecten van criminaliteitsbestrijding. “Wil je effectieve barrières opwerpen, dan moet je interveniëren op geld, op criminele geldstromen. Dan haal je die angel eruit. Het is zaak om slim en op verantwoorde wijze databronnen te gebruiken voor het bestrijden van criminaliteit.” Van Ruitenburg benadrukt de noodzaak om aandacht te hebben voor de gevolgen van de aanpak. “Ook om inzicht te krijgen in de onbedoelde gevolgen van aanpak, de andere kant van het verhaal. Bijvoorbeeld als bij het sluiten van drugspanden gezinnen op straat komen te staan.”

In oktober richten we ons op Veiligheid & Veerkracht, een belangrijk thema van Avans. Een veilige en veerkrachtige samenleving, met weerbare inwoners die een goed leven leiden – daar zetten wij ons voor in. We doen praktijkgericht onderzoek en verbinden dat met onderwijs en werkveld. Door onze kennis te delen, stellen we professionals in staat om het verschil te maken.