Om de impact van je onderzoek nog groter te maken, moet je soms over grenzen heen. Onderzoekers van Avans reizen daarom geregeld naar het buitenland. We spraken associate lector Collaborate to Regenerate Karen Janssen en docent-onderzoeker Robin Pereboom van het Centre of Expertise Brede Welvaart & Nieuw Ondernemerschap. Karen reisde met docent-onderzoeker Marco Verkooijen naar India om inzicht te krijgen in de katoen- en kledingproductie, en met Robin maakte ze een reis naar Turkije.
Wat gaat er ook alweer niet goed in de kledingindustrie op dit moment?
Karen: “Textiel is de tweede meest vervuilende industrie. De meest gebruikte grondstof voor de textielindustrie is katoen. De huidige niet-duurzame productie en toepassingen van katoen hebben een vergaande negatieve impact op mens en milieu. De gebruiksduur van kleding wordt steeds korter en afgedankte kleding verdwijnt uiteindelijk vaak in de verbrandingsoven. Het verbeterpotentieel voor textiel is dan ook enorm, maar complex. Bijvoorbeeld, om katoen meerdere malen te recyclen en om in iedere stap van het proces waarde toe te voegen, moeten alle partijen in de keten samenwerken. Binnen het lectoraat Sustainable Strategy and Innovation van Godelieve Spaas doen we onder meer onderzoek naar de verduurzaming van de katoenketen, in het project Circulaire Katoencascade.”
Waarom ging je naar India?
Karen: “Veel katoenen kleding wordt geproduceerd in India. Aan het onderzoek doen verschillende bedrijven en organisaties mee.. Zo werken we nauw samen met de Indiase NGO GVK Society, die Indiase boeren ondersteunt en vertegenwoordigt. Ook werken we samen met RaddisCotton, dat zich inzet voor duurzame, regeneratieve katoenproductie. Het is belangrijk om inzicht te krijgen in de belangen van alle partijen om hen bij elkaar te krijgen en naar elkaar toe te laten bewegen.”
Hoe belangrijk is het om ter plekke te zijn en zelf betrokkenen te spreken?
Karen: “Om inzicht te krijgen, moet je met hun ogen kijken. Ik heb textielfabrieken, een spinnerij, weverij, naaiateliers en natuurlijk de boerenbedrijven bezocht. Ik heb verschillende boeren ontmoet die aangesloten zijn bij het project. In onze ogen hebben ze vaak een klein stukje land en ziet het er wat armzalig uit, maar zij zijn ontzettend trots op wat ze hebben. Ook vinden wij al snel dat er sprake is van kinderarbeid als er hele gezinnen op het land rondlopen. Terwijl de kinderen vaak op het land zijn, omdat hun ouders daar aan het werk zijn. Ze mogen meehelpen, maar dat hoeft vaak niet. Er zit een verschil tussen gedwongen en vrijwillige arbeid. Wij kijken vanuit onze Westerse bril, terwijl het ook belangrijk is om het in hun culturele context te bekijken.”
Wat is het resultaat van de reis?
Karen: “Vóór onze reis hebben we alle partners van het Circulaire Katoencascade-project gevraagd welke impact ze willen maken. Voor de Indiase partners zijn voornamelijk ’eerlijk zaken doen’ en een thema als mensenrechten erg belangrijk, terwijl onze westerse partners vooral ecologische waardecreatie en duurzaamheidsaspecten als CO2-uitstoot terugdringen belangrijk vonden. Na het delen van de ervaringen van onze reis, bleken de westerse en Indiase partijen meer naar elkaar toe te bewegen. Zien en ervaren maakt dat je anders naar de situatie gaat kijken.”
Dat bleek ook in Turkije, waar je enkele weken later samen met Robin Pereboom heen reisde. Kun je iets vertellen over de achtergrond van die reis?
Karen: “International Business-student Max Sjoerds is erg geïnteresseerd in de mode- en textielindustrie. Zijn vader is ondernemer en werd uitgenodigd voor een economische missie georganiseerd door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), over circulair textiel. Voor hem was de reis niet relevant, maar het leek hem iets voor Max. Hij spoorde hem aan om contact op te nemen met zijn opleiding om te kijken of Avans hier geïnteresseerd in zou zijn. Resultaat: hij mocht samen met ons als Avans-afvaardiging naar Turkije.
Waar draaide het in deze reis om?
Robin: “Merken willen steeds vaker gebruik maken van gerecyclede grondstoffen en vragen dat aan Turkse producenten. Maar Turkije staat nog aan het begin van circulaire transitie. Het doel van de missie was om te onderzoeken hoe Nederlandse bedrijven Turkije hierbij kunnen helpen en hoe Turkse bedrijven tegemoet kunnen komen aan de wensen die Nederlandse bedrijven hebben. We reisden samen met vertegenwoordigers van een aantal bekende kledingmerken als Zeeman en Mexx, ondernemers met innovatieve concepten, een partij die de impact van kledingproductie berekent en kledinginzamelaars. Voor ons als kennisinstelling was het doel om een onderzoeksagenda op te stellen en samenwerkingen met andere onderwijs- en onderzoeksinstituten aan te gaan.”
Wat leverde de reis op?
Karen: “Veel nieuwe ideeën en verbindingen. Vraagstukken rond de circulaire textielproductie leven in verschillende delen van de wereld. Een reis als deze leidt tot nieuwe inzichten. Bijvoorbeeld dat het een uitdaging is voor Turkse bedrijven om kennis op te doen over duurzame en circulaire praktijken. Zij staan nog aan het begin. Maar er zijn sterke verbindingen tussen Turkije en Nederland, en we kunnen elkaar helpen om de uitdagingen in deze sector op te pakken. Concreet werken we nu aan projectvoorstellen voor gezamenlijk onderzoek met Turkse en Nederlandse partijen.”
Robin: “En inzichten uit zo’n reis en dit onderzoek zijn ook nodig in de ontwikkeling van ons onderwijs. Studenten moeten niet alleen weten van circulaire transitie, maar moeten ook kunnen handelen. En andere theoretische concepten kunnen toepassen in de praktijk om die verandering daadwerkelijk in gang te brengen. Dat moet verder gaan dan wat het werkveld doet. Want het werkveld weet ook nog niet hoe we in 2050 die circulaire economie kunnen zíjn”.