Afvalplastic wordt steeds meer gebruikt voor infrastructuur. Maar hoe bankjes, paaltjes en bruggen van gerecycled plastic zich gedragen onder invloed van het weer, daarover is weinig bekend. Dat gaan we in dit project onderzoeken.

De komende jaren moet in Nederland veel oude infrastructuur vervangen worden. In dit project zoeken we daarom antwoorden op de vraag hoe gerecycled afvalplastic op een duurzame en veilige manier te gebruiken is voor infrastructuur. Een van de belangrijkste en meest problematische afvalstromen die vrijkomen in Nederland betreft vormen van kunststoffen. Gemeenten en provincies halen veel afvalplastic op bij huishoudens en bedrijven. Het merendeel belandt nog steeds in de afvalverbrandingsoven zonder dat recycling plaatsvindt.

Bijvoorbeeld voetgangersbruggen

Om de kunststofketen circulair te maken is nog veel inzet nodig. De afvalstromen bij vooral bedrijven blijken homogeen en kunnen een bron zijn voor nieuw materiaal voor publieke infrastructuur, bijvoorbeeld voetgangersbruggen. Zo’n kunststofbrug heeft weinig onderhoud nodig en plastic afval krijgt een nuttige nieuwe bestemming. Op grotere schaal toegepast, zou dit een aanzienlijke bijdrage leveren aan Nederland Circulair 2050. Het bouwen van dergelijke bruggen bevindt zich nog in een pioniersfase. Er is nog weinig bekend over onderwerpen als de levensduur en de milieueffecten op bodem en water van 3-D geprinte infrastructuur.

Duurzame en veilige manier

Dit is precies wat het consortium gaat onderzoeken. Hoe lang blijft infrastructuur van afvalplastic in goede conditie onder alle weersinvloeden? Komen er deeltjes los of chemische stoffen vrij? En is het echt duurzamer om bijvoorbeeld een brug te maken van het afvalplastic dan het te verbranden? Hergebruik kost immers energie en toevoeging van nieuwe grondstof. In een onderzoek van 2 jaar gaat Avans Hogeschool antwoorden formuleren op de vraag hoe plastic afval op een duurzame en veilige manier een nieuwe bestemming kan krijgen. Dit doet Avans samen met de provincie Noord-Brabant, de gemeente Den Bosch, de gemeente Breda en de kennisinstellingen TU Delft en TU/e.

Het project is opgestart met subsidie van SIA Raak-Publiek.