Op 4 juni organiseerde het team Diversiteit en Inclusie van Avans Hogeschool een dialoogsessie over het opgelaaide Israëlisch-Palestijns conflict. Ongeveer 40 studenten, docenten en andere medewerkers kwamen bij elkaar in OpenX.
De sessie werd afgetrapt door moderator Pravini Baboeram van ECHO, Expertisecentrum Diversiteitsbeleid. Ze was duidelijk over het doel van de bijeenkomst: bij elkaar komen en het gesprek aangaan. Baboeram deed een voorspelling: “Het wordt ongemakkelijk. Daar kiezen we bewust voor, omdat we verschillende standpunten de ruimte geven. Laten we proberen om gemak te vinden in dat ongemak. Ongemak mag, maar niemand mag zich onveilig voelen.”
Aangrijpend
Daarna werd een video van arabist en hoogleraar Maurits Berger getoond, om het conflict in een historische context te plaatsen. Vervolgens was het woord aan de gastspreker van de bijeenkomst, schrijver Abdelkader Benali. Ook hij pleitte ervoor om het ongemak op te zoeken. “Wil je elkaar ooit leren begrijpen, plant dan nu een zaadje en práát met elkaar. En niet alleen met gelijkgestemden. Doe ook aan waarheidsvinding, verdiep je in de context. Anders zitten je vooroordelen je altijd in de weg.”
Na het pleidooi van Benali kregen de aanwezigen de kans om hun reflecties te delen. Aangrijpend was het verhaal van een student over haar Palestijnse opa en oma, die jaren geleden moesten vluchten en niet mochten terugkeren. Nog steeds heeft ze familieleden in Gaza, zoals in Rafah. Vluchten kan niet, omdat ze duizenden euro’s moeten betalen om de Egyptische grens over te steken.
Nodig om bruggen te bouwen
De student is blij met dit initiatief, omdat ze soms het gevoel heeft dat niemand bezig is met het conflict. Ze kreeg bijval van enkele medestudenten: “Wij zijn bij Avans aangesproken op het uiten van onze mening. Misschien doen we dat op een onhandige manier, maar we zijn jonge mensen die dat nog moeten leren. En ik vind dat Avans daar een veilige plek voor zou moeten zijn.” Een andere student had er moeite mee dat het conflict vaak complex wordt genoemd. “Er worden onschuldige mensen gedood, het gaat om mensenrechten. Dat is niet complex.” Ook de woordkeuze ‘conflict’ stuitte op weerstand: “Er is een oorlog gaande. Noem het beestje bij de naam.”
Een docent riep andere docenten op om studenten zo goed mogelijk te informeren over de situatie: “Leer studenten de historie kennen, zodat ze hun standpunten goed kunnen onderbouwen.” Een collega kon zich daar niet helemaal in vinden: “We hebben allemaal recht op onze mening, daar zijn geen voorwaarden voor. Geef je mening en ga daarover in gesprek.” Dat lokte weer een reactie uit van de docent die de oproep deed: “Wat ik bedoel te zeggen, is dat we allemaal worden opgevoed in een bepaald milieu. Het getuigt van lef om je te verplaatsen in een ander perspectief. Dat is nodig om bruggen te bouwen.”
Pedagogische taak
Jan Bogerd, aanwezig namens het College van Bestuur, vond de sessie een goede stap om met elkaar in gesprek te gaan. “Avans moet een plek zijn waar jonge mensen zich in alle veiligheid leren te verhouden tot de complexe zaken om ons heen. Wat er gebeurt in Israël en Palestina is daarvan een afschuwelijk voorbeeld. Kennis is daarbij belangrijk, maar dat geldt ook voor meningen, ervaringen en emoties van anderen. Wij hebben de pedagogische taak om studenten te leren daarvoor open te staan en zich daartoe te verhouden. Dat wordt steeds belangrijker.”
Het laatste woord was aan 2 studenten, die het gedicht Duizend dingen voordroegen, ter nagedachtenis aan de duizenden slachtoffers van het conflict. Ze sloten af met een duidelijke boodschap: “Blijf voor elkaar zorgen.”
Duizend dingen
Als ik ga, moet je niet huilen
want echt weg ben ik niet.
Mijn lichaam is nu duizend dingen,
heb daarom geen verdriet.
Ik ben de wind, ik ben de zon,
ik ben de regen, het jonge gras.
Ik ben de sneeuw en duizend dingen,
ik ben weer wie ik was.
En als je wakker wordt, bekijk dan
de bomen en de blauwe lucht.
Kijk naar de vlinders en de bloemen,
kijk naar de vogels in hun vlucht.
Want al die duizend dingen ben ik,
sinds ik mijn lichaam achterliet.
Die duizend dingen zijn mijn leven,
Dus écht weg ben ik niet.