Nieuws

Op 1 september startte Marjan Hammersma als voorzitter van het College van Bestuur van Avans Hogeschool. Sindsdien is ze hard aan het werk om de organisatie tot in de haarvaten te leren kennen. Hoe is haar eerste maand bevallen? En hoe kijkt ze aan tegen de uitdagingen die Avans de komende tijd te wachten staan?

Bestuursvoorzitter Marjan Hammersma Avans Hogeschool

Wat is je eerste indruk van Avans?

“Het bruist. Dat merk je al als je vanaf het station hiernaartoe loopt”, merkt Marjan op. Ze is vandaag voor het eerst in het Avansgebouw aan de Bossche Onderwijsboulevard. “Overal om je heen zijn studenten aan het lachen, aan het praten. Dat ze aan het blokken zijn voor een tentamen. Dat ze niet weten in welk lokaal ze moeten zijn. Sowieso hou ik van gezelligheid, ik ben graag onder de mensen. De reuring van zo’n hogeschool-locatie, vind ik een groot pluspunt van mijn nieuwe baan.”

Je bent nu een maand aan het werk bij Avans. Daarvóór genoot je ruim een halfjaar van een sabbatical. Hoe is het om weer aan de slag te zijn?

“Heerlijk! Ik ben helemaal fris en uitgerust en heb er enorm veel zin in. Ik heb de afgelopen maanden gereisd en vooral veel gewandeld. Ik heb opgeruimd, vogels gespot en een opleiding gevolgd. En me tegelijkertijd over mijn toekomst gebogen. Het contract bij mijn oude werkgever, het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), liep af. Ik wilde een andere richting inslaan.”

Je hebt een kleine 20 jaar gewerkt bij OCW, waarvan de laatste 7 jaar als secretaris-generaal, de ‘hoogste baas’. Waarom wilde je zo graag richting het onderwijs?

“Ik kom oorspronkelijk uit de hoek van cultuur en media; zo ben ik het ministerie binnengekomen. Maar ik kwam steeds méér met het onderwijsbeleid in aanraking, zeker als secretaris-generaal. Ik ben in de loop der jaren overtuigd geraakt van het belang van goed onderwijs om jonge mensen kansen te kunnen bieden. Het is het fundament van onze samenleving.”

“Ik noemde OCW altijd ‘het ministerie van de hoop en de toekomst’. Het optimisme, jonge mensen met talenten en idealen, met hun toekomst voor zich; daar via onderwijs aan mogen bijdragen was een grote drijfveer voor mij in de afgelopen jaren. Hoe het is om écht dicht bij die hoop en die toekomst te komen, dat wilde ik graag gaan ervaren.”

En waarom koos je voor het hbo?

“In mijn vorige baan heb ik prettig samengewerkt met mensen uit het hbo, bijvoorbeeld bij het opstellen van een human capital- of kennisagenda. Ze zijn wat pragmatischer ingesteld en kunnen echt enthousiast zijn over nieuwe ontwikkelingen. Concrete afspraken worden makkelijker gemaakt. Die mentaliteit past ook bij mij als persoon; ik vind het belangrijk om goed te kunnen samenwerken en gezamenlijk een doel te bereiken.”

Lees verder onder de foto

“Verder is het hbo in mijn ogen onontbeerlijk voor de toekomst van ons land. Kijk alleen al naar demografische ontwikkelingen: we worden steeds ouder en de samenleving vergrijst. We moeten stevig nadenken over hoe Nederland goed kan blijven functioneren. Het hbo kan daar een grote rol in spelen; we zitten in een unieke positie omdat we in staat zijn onderwijs en onderzoek toepasbaar te maken in een wereld die steeds complexere vraagstukken voor ons in petto heeft. Daar mogen we best wat trotser mee naar buiten treden.”

Je sollicitatiegesprek was niet de eerste keer dat je bij Avans over de vloer kwam.

“Als secretaris-generaal ben ik een jaar of 5 geleden op werkbezoek geweest bij Avans in Breda. Ik heb een hele dag meegelopen met toenmalig bestuursvoorzitter Paul Rüpp. Ik  kende hem goed, we hadden geregeld met elkaar te maken in ons werk.”

Dacht je toen al bij jezelf: hier ga ik nog ‘s werken?

“Ik werd enthousiast door Pauls verhaal. Hij vertelde hoe het hbo uit de schaduw van het mbo en het wetenschappelijk onderwijs aan het stappen was. Koppeling van onderzoek en onderwijs, modulair onderwijs, de juiste competenties en houding aan studenten meegeven, de idealen die hij had voor het toekomstig onderwijs van Avans: het kwam allemaal voorbij.”

En dat enthousiasme nestelde zich in je hoofd…

“Ik heb meerdere hogescholen bezocht, maar Avans bleef hangen. Vanwege de menselijke maat die centraal staat, de ruimte om jezelf te ontplooien of je nu student of medewerker bent.”

Hoe past dat bij jou als bestuurder en leidinggevende?

“Ik ben een toegankelijk persoon, geniet enorm van samen met anderen dingen voor elkaar krijgen. Ik probeer richting te geven en geef tegelijk veel vertrouwen en ruimte aan mensen. Ook om een keer de verkeerde richting in te slaan. ‘Vriendelijk en duidelijk’, werd in vorige banen vaak over mij gezegd. Dat vat het mooi samen volgens mij.”

Je vindt het belangrijk dat mensen zich gezien en gehoord voelen.

“Zeker, dat is voor mij een belangrijke waarde in mijn werk. Ik sta graag in goed en direct contact met de mensen en studenten van Avans. Al was het maar omdat ik wil weten welke consequenties een besluit heeft: wat heeft het voor gevolgen voor de mensen die er in hun werk mee te maken krijgen? En is het goed werkbaar in de praktijk? Daar wil ik altijd over in gesprek blijven.”

Wat zijn je ambities voor de lange termijn?

“Ik heb op dit moment 2 hoofddoelen. 1 is het zorgen dat Avans, op het sterke fundament dat is gelegd, een relevante kennisinstelling blijft. Voor studenten en voor de samenleving. Mijn tweede doel is: zorgen dat je als Avansmedewerker jezelf kunt zijn en jezelf goed kunt ontplooien.”

Het zit er dik in dat het College van Bestuur de komende tijd lastige besluiten moet nemen. Avans heeft met de nodige uitdagingen te maken: een dalend aantal studenten, een flinke bezuinigingsronde voor het hoger onderwijs, minder geld uit de NPO-middelen. Wat gaat dat betekenen voor de organisatie?

“Ik kan het niet mooier maken dan het is: het budget van Avans zal gaan krimpen. Daarom moeten we inventief zijn. Tegelijkertijd zie ik dat dit binnen Avans al op vlakken gebeurt. Het aflopen van de NPO-middelen is vervelend, maar geen verrassing, daar is in de organisatie al op voorgesorteerd. Het valt me ook op dat collega’s gewend zijn zorgvuldig te kijken naar de begroting en al actie hebben ondernomen waar dat het afgelopen jaar kon.”

“We zien nu wel meer uitdagingen op ons afkomen, waardoor we nog extra actie moeten ondernemen. Meer en slimmer samenwerken binnen de organisatie, en daarbuiten nieuwe samenwerkingen blijven zoeken. We zullen sámen moeten optrekken bij het aanpakken van deze krimp. Op basis van de inbreng van onze docenten, onderzoekers en medewerkers, die het beste weten wat er nodig is om de kwaliteit van ons onderwijs en onderzoek te garanderen.”

Is het niet lastig om in zo’n woelige tijd te starten met deze functie?

“Nee, dat vind ik niet. Als we dit gezamenlijk doen, gaat het lukken. Ik ben er net een maand, maar de grote betrokkenheid van iedereen bij Avans vind ik nu al mooi om te zien. Ik ben een optimistisch mens; het zal niet altijd makkelijk zijn, maar ik heb er vertrouwen in dat we dit samen gaan rooien.”

Laatste vraag: wat zou je, na je eerste maand als bestuursvoorzitter, de Avansmedewerkers nog mee willen geven? 

“Of het nu om een interessant project of idee gaat of een leuk evenement: nodig me uit! Ik was onlangs bij het INTRO Festival in Breda, en daar heb ik enorm van genoten. Ik zie onze studenten een fijne tijd hebben, kom collega’s tegen met wie ik een praatje maak. Op dat moment voel ik me, zelfs na zó’n korte tijd, onderdeel van de Avansgemeenschap. Daarom zijn dat soort uitnodigingen me heel veel waard. Laat maar komen dus!”