Interimbestuurder Frank van Hout neemt afscheid van Avans. Hij is blij dat de organisatie in rustiger vaarwater zit dan een jaar geleden, toen hij begon: “Continuïteit hangt niet alleen af van bestuurders die wel of niet op hun plek blijven zitten.”
Op LinkedIn trok je de vergelijking tussen interim-werk en een vakantieliefde: ‘Hoe leuk het ook is, het duurt niet lang.’ Bij zo’n zomerse flirt komt tegen het eind meestal een licht melancholisch gevoel naar boven: ‘Kon het tóch maar langer duren…’ Herken je dat?
Frank van Hout: “Het voelt een beetje dubbel. Aan de ene kant ben ik nog bezig met de afronding van allerlei zaken, waarvan ik benieuwd ben hoe die verder zullen gaan. Die wil ik graag strak in de grondverf achterlaten. Denk bijvoorbeeld aan de nieuwbouw in Den Bosch. Tegelijkertijd nadert aan de andere kant het afscheid. Daar heb ik voor gekozen als interim-kracht. Ik begin ook langzaam nieuwsgierig te worden naar wat volgt.”
Hoe kijk je terug op je jaar Avans?
“Met heel veel plezier. Het was voor mij een kennismaking met het hbo en dat is me goed bevallen. Ik heb me vanaf het begin ongelooflijk welkom gevoeld; alle deuren stonden open. We hebben hard gewerkt aan een stevige onderbouwing van de koers voor de komende periode en de rust is redelijk teruggekeerd. Toen ik begon was er wat meer onzekerheid. Wat was het gevolg van de dalende studentenaantallen? En wat was er aan de hand in het bestuur?”
Binnen het College van Bestuur (CvB) was het een onrustige tijd inderdaad, onder meer door het uitvallen van Philippe Raets en het aangekondigde vertrek van Jacomine Ravensbergen. Daarnaast kwamen Arlène Denissen, jijzelf en mede-interim-bestuurder Jan Bogerd het CvB versterken.
“Er is een hoop gebeurd inderdaad. Ik hoop vooral dat inmiddels duidelijk is dat continuïteit niet alleen afhangt van of bestuurders wel op hun plek blijven zitten. Iedereen binnen de organisatie heeft daar een rol in. We hebben als CvB met succes gewerkt aan het samen optrekken met de directies van de academies, Centres of Expertise en diensten. Doel was om hen eigenaar te laten zijn van de beweging die Avans op dit moment maakt, en hen intensiever te laten samenwerken. Bijvoorbeeld aan de samenwerking tussen onderwijs en onderzoek en aan een aansprekend narratief waar Avans de komende periode aan kan werken. Directies zitten misschien wel in een veel betere positie om continuïteit en rust te waarborgen dan die ene bestuurder die wel of niet van plek verandert.”
Als het gaat om uitdagingen in jouw portefeuille (o.a. financiën, huisvesting & facilitair, ICT en personeel & organisatie), waar kijk je dan met trots op terug?
“Een aantal academies kampte met krappe financiën of tekorten. Samen zijn we gaan kijken wat de oorzaken waren en hoe we het probleem konden oplossen. Die manier van werken is anders dan wanneer je als bestuur zegt: ‘Dit is het probleem, los het maar op.’ Dat samenwerken vind ik belangrijk. Samen sparren zonder de verantwoordelijkheid over te nemen.”
Wat heeft je verrast?
“Dat er vrij weinig van elkaar geleerd wordt. Kijk naar de academies, die binnen Avans best autonoom zijn. Die komen ieder voor zich allerlei problemen en uitdagingen tegen. Ik heb het gevoel dat het wiel soms op 3 of 4 plekken tegelijk wordt uitgevonden. Stel, je ziet Avans als een winkelcentrum. Iedereen is dan met de beste bedoelingen voor de eigen winkel aan het zorgen, maar kijkt niet naar de buurman. Hoe die zijn etalage zo inricht dat er veel meer klanten op afkomen. Goede oplossingen vind je dichterbij dan je denkt. Zolang je maar praat met elkaar.”
Is dat een gevolg van de inrichting van de organisatie?
“Ik vind het meer een cultuurvraagstuk. Een andere inrichting kan helpen, we hebben bijvoorbeeld een directeurenoverleg geïntroduceerd. Maar je kunt ook gewoon bij elkaar langsgaan. Hoe dan ook moet er meer verbinding zijn in het collectief van directeuren.”
Je hebt veel ervaring als bestuurder in het mbo. Is het verschil groot?
“Zeker, maar de overeenkomsten ook. Neem de bevlogenheid van docenten voor het vak, die zie je bij allebei heel duidelijk terug. Een groot verschil is de positie van onderzoek, die binnen het hbo veel steviger is. Ik heb grote waardering gekregen voor de rol die onderzoek binnen Avans vervult. Voor het hbo in het algemeen is dat ook belangrijk: als je een publieke taak hebt, moet je nadenken over wat je bij kunt dragen aan je omgeving. Onderzoek kan een belangrijke link zijn tussen instelling en omgeving. Vervolgens zet je het ook in om het onderwijs mee vorm te geven. Dat kan op die manier nog beter inspelen op die omgeving. En dan kun je als hbo echt uitblinken en het verschil maken. Bij Avans kunnen we trots zijn op wat we op dat gebied bereikt hebben. Zonder achterover te leunen, want er valt nog genoeg te doen.”
Wat kan het hbo leren van het mbo?
“Er komen 2 dingen bij me op: het mbo is nét wat verder met studentbegeleiding, met aandacht en oog voor eventuele problemen die een student heeft. Die kunnen bepalend zijn voor het wel of niet uitvallen. Op mbo’s heerst iets meer het gevoel ‘wij gaan tot het gaatje en doen wat nodig is voor de student om succes te boeken’. Daarnaast is ook de samenwerking met bedrijven in het mbo wat sterker verankerd dan in het hbo.”
Wat wil je Avans meegeven bij je vertrek?
“Vertrouw op de ingeslagen weg en ben trots op wat je bereikt. Het onderwijsmodel dat na de zomervakantie start zit heel goed in elkaar, dat is echt het onderwijs van de toekomst. Ongetwijfeld komen er nog kinderziektes naar boven, maar daar moet je doorheen om volwassen te worden.”
Je neemt bijna afscheid, maar nog niet helemaal.
“Nee, ik blijf deze zomer nog bij Avans, als waarnemend directeur van de academie Avans Creative Innovation. Maar laten we dat niet groter maken dan het is; ik heb de standby-telefoon op zak mocht er iets dringends gebeuren.”
Je zei eerder dat je benieuwd bent naar wat hierna volgt. Al een nieuwe vakantieliefde in het vizier?
“Jazeker, en we hebben al een oogje op elkaar. (lacht) Zodra de verkering officieel is, kun je het lezen op LinkedIn.”