Nieuws

Moed. Socioloog Kees Schuyt stelde hierover een boeiend boek samen ter gelegenheid van het 25-jarige jubileum van het Nationaal Monument Kamp Vught in 2016. Ik kwam erop tijdens een geanimeerd gesprek met Ton Rombouts, oud-burgemeester van Den Bosch, waarin we de tijd van nu beschouwden.

Schuyt ontrafelt het hele begrip moed op mooie wijze. Natuurlijk heb je de iconen van de moed, zoals Gandhi, Mandela en Rosa Parks. Maar er is ook moed op kleine schaal, in ieders eigen privé- en professionele leven.

Tijdens het gesprek met Ton schoot me een verhaal van mijn moeder te binnen. Zij was al een flink eind in de 70 toen ze nog steeds in haar eentje naar klassieke concerten ging met de stoptrein vanuit Haacht naar Leuven. Op een dag controleerde een conducteur haar kaartje tijdens de terugreis. “Dit is geen stoptrein meer mevrouw, we stoppen niet meer in Haacht”, zei hij tegen mijn geschrokken moeder. “Maar wacht, loopt u met mij mee naar het gangpad.” De man verdween en kwam enkele ogenblikken later terug, waarna de trein stopte op een donker station met een verbijsterde stationschef. De conducteur had tegen de regels in de trein laten stoppen.

Het is moed met een kleine letter m. Want volg je de regels of handel je naar moraliteit? In deze wereld is dat voor iedereen de vraag. Ik bewonder mijn collega-bestuurder Jacomine Ravensbergen, die met krapte op de woningmarkt voor studenten - en zeker voor internationale studenten - een aantal maanden 2 studenten in huis nam. Ook dat is moed. Je kunt het ook niet doen, namelijk.

Studenten weten goed wat nodig is. Afgelopen jaar kwamen ze naar ons toe en vroegen om aandacht voor burgerschap en mens-zijn in deze samenleving. Vaak zijn het de beleidsmakers en bestuurders die roepen dat burgerschap meer aandacht moet krijgen. Nu kwam deze vraag om een breder perspectief en handvatten voor een moreel oordeel en kritisch denken vanuit de studenten. Het is een teken dat ze heel goed voelen dat er meer nodig is dan alleen vakkennis om een krachtige en sterke professional te zijn.

Ook wij komen voor de vraag te staan: volg je de regels of doe je wat je moet doen? Op kleinere schaal, door in te spelen op een verzoek van Brood & Rozen om iemand uit de bijstand een baan aan te bieden, terwijl er geen vacature is. Ik kan dan het hele smoezenboek opentrekken om het niet te doen, maar we doen het wel. Dat vraagt een extra mijl om dat goed en transparant te doen en iedereen erbij te betrekken.

En op iets grotere schaal zie ik het voorbeeld bij de baas van het Onze Lieve Vrouwen Gasthuis. Hij merkt dat medewerkers van zijn ziekenhuis in de financiële problemen komen door de hoge energierekening en zegt: we wachten niet op de overheid. Hij start een noodfonds en stort daar zelf 5.000 euro. Een moedige daad. Wij voeren het gesprek daarover ook. Speelt dat ook bij ons? En wat is dan ons antwoord? Want voor elke organisatie geldt weer wat anders.

Doe je wat mag en moet of wat nodig is? Wacht je op je collega of baas om de eerste stap te zetten of stap je zelf naar voren? Dat is de vraag die ik mezelf ook dagelijks moet stellen. 

Lees hier meer columns van Philippe.