“Mijn vader leerde me programmeren toen ik zes was. Op mijn zestiende kreeg ik mijn eerste bijbaantje als softwareontwikkelaar. Het verbaasde niemand dat ik informatica ging studeren.” En nu is Jeroen de Haas 1 van de 24 docenten in Nederland die op 1 februari een promotiebeurs ontvingen van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en We-tenschap. Met de beurs krijgen leraren als Jeroen de kans zich verder te ontwikkelen en de aansluiting tussen universiteiten en scholen te versterken.
Jeroen de Haas doceert informatica in Den Bosch en is betrokken bij de ontwikkeling van 2 hbo-masters rondom kunstmatige intelligentie. Voor onderzoek is hij betrokken bij Centre of Expertise Perspectief in Gezondheid voor het lectoraat Data Science & ICT van zijn copromoter Ander de Keijzer. Bij het lectoraat onderzoekt hij hoe moderne programmeertalen data-analisten kunnen ondersteunen bij hun werk.
Mensen zijn technologische wezens
Het beloonde onderzoeksproject van Jeroen de Haas heet ‘Understanding Software: Towards an Analytic Ontology of Computational Artefacts’. Het project is verbonden met Avans Hogeschool en met de Technische Universiteit Eindhoven. Over de aanleiding voor dit project legt Jeroen uit: “Mensen zijn technologische wezens. Bijna elk moment van de dag gebruiken we technologie: we staan op met onze wekker en vallen in slaap op ons bed. Technologie verandert. Mijn moeders eerste wekker was een klokje met een bel erop. Later kocht ze een digitale radiowekker. Nu gebruikt ze een app op haar telefoon.”
“Die laatste verandering is interessant. Ze stapte over van een fysiek apparaat naar software. Of in filosofische termen: van een technisch artefact naar een digitaal artefact. Wekker en app vervullen dezelfde functie, maar zijn wezenlijk anders. Een wekker geef je een plek op je nachtkastje waar hij onveranderd blijft staan. Een app krijg je als een stukje code. Daarmee kan je telefoon zich gedragen als wekker. Maar wat als je telefoon ’s nachts wordt bijgewerkt, en je je verslaapt omdat de app niet meer werkt? Had de maker van de app dat kunnen voorzien? Of de maker van het besturingssysteem?”
Stevig fundament leggen voor discussies
Die vragen blijven vaak onbeantwoord, zegt Jeroen “In de praktijk zie je dat de betrokken partijen in dergelijke situaties naar elkaar wijzen: er ontstaat een patstelling. Als we die situaties analyseren, zien we een aantal fundamentele onduidelijkheden. Neem nu het woord ‘app’: wat bedoelen we daar nu eigenlijk mee? Verwijzen we met het woordje app naar de code of naar wat we op het scherm zien en aanraken?”
“We weten inmiddels hoe we situaties rondom technische artefacten moeten analyseren, maar uit de eerste pogingen om die analyses toe te passen op software kwamen tegenstrijdige of tegennatuurlijke conclusies. Het doel van mijn onderzoek is om aan te tonen waar die analyses misgaan en om te bepalen hoe we dan wel over software moeten denken. Daarmee bouwt dit onderzoek aan een stevig fundament voor wetenschappelijke en maatschappelijke discussies over software. Zo denken we patstellingen te voorkomen. En dat is belangrijk. Want hoe meer we digitaliseren, hoe vaker we zulke discussies moeten voeren.”
Proces niet altijd gemakkelijk
“Het proces naar de beurs was lang, niet altijd even gemakkelijk, maar ook bijzonder leerzaam”, zegt Jeroen. In september 2021 besloten Ander en hij om een promotiebeurs aan te vragen. “Op 14 juni 2022 benaderde ik mijn beoogd promotor, professor Wybo Houkes van de Technische Universiteit Eindhoven. In september dat jaar diende ik mijn eerste aanvraag in. Na mijn interview, hoorde ik begin 2023 dat ik net buiten de boot was gevallen. Dat was een zware klap.”
Hij vertelt dat hij een aantal weken nodig had om alles een plek te geven. “In die tijd dacht ik regelmatig aan een uitspraak van Foster en Handley: “Als je een leraar bent die niet studeert, stel jezelf dan de vraag: waarom doe je dat eigenlijk niet?” Hij besefte ineens hoe frustrerend het moet zijn om hard te studeren en dan toch een onvoldoende te krijgen op je tentamen. “Tijdens mijn studie heb ik dat nooit meegemaakt. Nu kon ik een voorbeeld nemen aan al mijn studenten, die na een onvoldoende aan de slag gingen met mijn feedback en terugkwamen op de volgende kans. Met herwonnen energie heb ik een nieuwe aanvraag geschreven en begin dit schooljaar opnieuw ingediend. Deze keer met succes.”
Dankbaar voor vertrouwen en samenwerking
Graag wil Jeroen zijn vrouw en kinderen bedanken voor hun steun en begrip. “Soms ontkwam ik er niet aan om in het weekend aan de aanvraag te schrijven. Verder ben ik Ander de Keijzer en Wybo Houkes dankbaar voor het vertrouwen en de prettige samenwerking.” Hij is een blije docent. “De beurs geeft mij en Avans de financiële ruimte om de komende 5 jaar een deel van mijn werktijd te besteden aan promotieonderzoek. Daarnaast krijg ik budget om deel te nemen aan congressen, andere universiteiten te bezoeken en artikelen te publiceren.”