Avans en Curio werken aan duurzame chemie: ‘Samen kunnen we iets veranderen’

De materialen- en energietransitie vraagt om een fundamentele verandering in de chemische sector. Om die omslag te maken, is samenwerking nodig tussen bedrijven, overheid én onderwijs. Met GreenEGCh (Groene Energie Grondstoffen & Chemie) bouwen Avans Hogeschool en beroepsopleider Curio samen aan een regio waarin groene chemie de norm wordt. Wat vraagt dat van het onderwijs? We vroegen het aan bestuursvoorzitters Rob Neutelings (Curio) en Marjan Hammersma (Avans).

Bestuursvoorzitters Marjan Hammersma (Avans) en Rob Neutelings (Curio)

Rob, waarom doet Curio mee aan GreenEGCh?

Rob: “Wij willen bijdragen aan de verduurzaming en vergroening van onze regio. West-Brabant is nog sterk afhankelijk van klassieke grondstoffen, energiebronnen en veel uitstoot. Een omslag is noodzakelijk. Wij zijn er om vakmensen op te leiden die kunnen realiseren wat er daadwerkelijk nodig is, en om bij te dragen aan de economie en brede welvaart van de regio.”

“Daarnaast biedt GreenEGCh kansen om samen nieuwe, hybride leeromgevingen te creëren waarin mbo en hbo samen met bedrijven en maatschappelijke organisaties studenten opleiden. Verder is het voor ons belangrijk om in te spelen op ‘leven lang ontwikkelen’. Je kunt niet meer je hele carrière hetzelfde blijven doen, zonder bij te scholen. We willen mensen in traditionele sectoren de mogelijkheid bieden om zich om te scholen naar de duurzame groene sector.”

“Tot slot zien we enorme meerwaarde in de samenwerking met het hbo, in dit geval Avans. Die samenwerking helpt om doorlopende leerlijnen te maken, dus om mbo en hbo beter op elkaar af te stemmen. Dat maakt de doorstroom makkelijker. Bovendien: mbo en hbo brengen elk verschillende kennis en expertise mee, en als je die combineert, kun je veel sterker iets neerzetten. Om eerlijk te zijn: als Avans niet was ingestapt, hadden wij dat ook niet gedaan.”

Waarom niet?

Rob: “Het hbo heeft al meer ervaring met lectoren, kennisontwikkeling, onderzoek en innovatie. Wij kunnen daar als mbo van leren. Daarnaast: als je kijkt naar het vergroenen van de chemie en andere maatschappelijke vraagstukken, dan zijn dat complexe problemen die alleen maar groter worden. En vanuit Den Haag komen de oplossingen nu niet. Laten wij daarom het goede voorbeeld geven en de handen ineenslaan. Dan kunnen we echt impact maken.”

Marjan, hoe zie jij dat?

Marjan: “Ik ben het helemaal met Rob eens. Wij kunnen elkaar versterken en mijn ideaal is dat we elkaar echt als partners zien. Gelijkwaardig. We hebben andere studentenpopulaties en werken vanuit verschillende invalshoeken, maar hebben gemeen dat we – veelal – jonge mensen voorbereiden op hun deelname aan de toekomstige arbeidsmarkt. Het mbo en hbo brengen daarin hun eigen kwaliteiten en perspectieven mee en dat is waardevol. Als we het denken in hiërarchie en verschillen kunnen loslaten, ontstaat er veel meer ruimte voor echte samenwerking.”

“En bovendien: mbo’ers en hbo’ers komen elkaar later op de werkvloer natuurlijk ook tegen. Hoe mooi is het dat we hen nu al kunnen samenbrengen en kunnen laten samenwerken?”

Rob: “Precies. Wat mij ook aanspreekt, is dat het niet alleen om techniek gaat. Natuurlijk speelt innovatie een rol, maar het gaat net zo goed over gedrag, samenwerking, keuzes durven maken. De jongeren die wij opleiden, zijn straks de mensen die het verschil moeten maken in die groene chemie. Die moeten we dus niet alleen vakinhoudelijk sterk maken, maar ook wendbaar en veerkrachtig.”

Tekst gaat verder onder de foto

Marjan: “We kunnen niet blijven doen wat we altijd deden. We moeten ruimte maken voor experiment, voor andere manieren van samenwerken. GreenEGCh helpt ons om die beweging in gang te zetten, als een versneller. Tegelijkertijd raakt het aan de kern van ons werk: studenten voorbereiden op een wereld in verandering.”

Wat betekent dit voor docenten?

Rob: “Zij krijgen hierdoor energie. Samen met collega’s van Avans en mensen uit het werkveld bouwen ze echt iets nieuws. Dat is zo waardevol.”

Marjan: “Ik zie hetzelfde gebeuren. Dit project heeft zo veel lagen. Het gaat over duurzaamheid en techniek, maar ook over hoe we als instellingen met elkaar omgaan. Over gelijkwaardigheid, over het openzetten van je deuren. We zien dat de grenzen tussen mbo en hbo vervagen. Ook docenten leren van elkaar. Dat versterkt ons allemaal. En het draagt bij aan iets groters: een regio die vooroploopt in de transitie naar een duurzame samenleving.”

En de studenten zelf, wat merken zij?

Rob: “Studenten zijn veel bewuster dan wij vroeger waren. Ze willen iets bijdragen, maar weten soms nog niet hoe. In GreenEGCh laten we zien dat techniek en duurzaamheid samen kunnen gaan, dat er toekomst zit in deze sector. En dat jij daar als jonge professional invloed op hebt. We leiden niet alleen op voor een beroep, maar ook voor een rol in de samenleving.”

Marjan: “En die rol verandert. Van kennis bezitten naar vragen durven stellen. Van weten naar ontdekken. Daar hoort bij dat we studenten zeggenschap geven over hun leerproces, dat ze kunnen meedoen, meedenken, meebepalen.”

“Ook niet onbelangrijk: door mbo’ers nu al kennis te laten maken met het hbo, verlagen we voor hen de drempel om door te stromen naar een Associate degree of bacheloropleiding. Als zij daar interesse in hebben, natuurlijk.”

Rob: “Ik zie dat studenten ook worden geïnspireerd als ze samen met hbo’ers werken aan echte praktijkvraagstukken. Het biedt perspectief. Hoe mooi is dat? Andersom kan de praktische instelling van een mbo’er, hand aan de ploeg, juist weer inspirerend zijn voor een hbo’er. Het een is niet beter dan het ander, we kunnen niet zonder elkaar.”

Wat vraagt een samenwerking zoals het GreenEGCh-project van jullie als bestuurders?

Rob: “Dat je het groter durft te maken dan je eigen organisatie. Je moet soms over je eigen schaduw heen stappen. Want alleen dan kunnen we echt iets veranderen. We moeten het belang van het collectief zwaarder laten wegen dan dat van het individu.”

Marjan: “En dat we ruimte maken. Ruimte voor experiment, voor samenwerking die niet altijd past binnen bestaande structuren. Dat vraagt lef en vertrouwen. Je moet bereid zijn om los te laten, om niet alles vooraf te willen dichttimmeren.”

Heeft het project al tot concrete resultaten geleid?

Marjan: “Voor concrete impact op bijvoorbeeld de arbeidsmarkt is het nog wat vroeg, maar we hebben een stevig fundament gelegd met een gezamenlijke onderzoeks- en onderwijsinfrastructuur. We ontwikkelen leergemeenschappen, hybride leeromgevingen en strategische faciliteiten zoals het Joint Research Centre in Breda, het onderzoekslab van ons Centre of Expertise MNEXT (een samenwerkingsverband met HZ, red.).”

Tot slot: waar leidt de samenwerking toe, als het aan jullie ligt?

Marjan: “Dat samenwerking tussen mbo, hbo en bedrijfsleven vanzelfsprekend is geworden. Dat we een ecosysteem hebben waarin leren, werken en innoveren naadloos op elkaar aansluiten. Wat dat betreft is een initiatief zoals het Zelfbewuste Huis een prachtig sprekend voorbeeld.”

Tekst gaat verder onder de foto

“Die is modulair gebouwd door Avansstudenten en opnieuw opgebouwd bij Curio. Studenten van Avans en Curio doen hier nu samen onderzoek naar de toepassing van biobased materialen namens het lectoraat Biobased Bouwen van Frank Huijben en het practoraat Klimaatpositief Gebouwde Omgeving van Michiel Smits. Dat soort verbindingen is goud waard.”

Rob: “Ik hoop dat dit het begin is van heel veel meer. Dat we elkaar weten te vinden in het belang van studenten, in het belang van bedrijven, in het belang van de maatschappelijke uitdagingen die er zijn.”

Het GreenEGCh-project heeft een totaalbudget van € 3,5 miljoen en wordt medegefinancierd door de Europese Unie, het ministerie van Economische Zaken en Klimaat en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid uit het Just Transition Fund.

 

De materialen- en energietransitie is een belangrijk thema voor Avans. We doen praktijkgericht onderzoek en verbinden dat met onderwijs en werkveld. Ondernemers, bedrijven en overheden bieden we de expertise en ondersteuning die nodig is om te innoveren binnen de materialen- en energietransitie. Zo stellen we professionals in staat om het verschil te maken.