Paul Rupp: ‘De blik op de toekomst richten. Wat gaan we doen? Waar gaan we heen? En hoe en waarom?

Nog nooit in de geschiedenis van Avans Hogeschool of haar voorgangers zijn er zoveel medewerkers tegelijk aanwezig geweest bij een bijeenkomst van de Hogeschool. Ook al is het virtueel. Meer dan 1600!

Was 2020 al een bijzonder jaar vol met bijzondere gebeurtenissen, de aftrap van het nieuwe jaar is al even bijzonder. Het aantal aangeslotenen, de manier waarop, maar ook alleen al het feit dat we een centrale nieuwjaarsbijeenkomst hebben is uniek. 
En Jacomine, Sarah en ik zijn daar blij mee. Niet alleen om even terug te kijken op 2020 – want dat doe ik maar kort – maar vooral om de blik op de toekomst te richten. Wat gaan we doen? Waar gaan we heen? En hoe en waarom?


Want ja over 2020 is al veel gezegd en geschreven. Ook in Avansverband. We hebben onze ups en downs gehad. De euforie over hoe snel we er in geslaagd zijn het primaire onderwijsproces zo goed en zo kwaad als dat ging door te kunnen laten gaan. Prachtige experimenten met online leren en les geven, maar ook frustraties. Waardering van collega’s en studenten, maar ook ergernis. Een nieuw gevoel van saamhorigheid – we doen het toch maar samen – en het eenzaam voelen op je thuiswerkplek, verstoken van de fysieke, toevallige ontmoetingen.

Gemengde gevoelens 

En daarnaast het persoonlijke verdriet om collega’s, vrienden en familieleden die stierven aan het coronavirus. Zoals onze docenten Jan Peters en Henk Meeuwissen. Daarnaast verloren wij dit studiejaar ook nog onze docenten Jos van Kreij en Harm Ossel. Allen feitelijk in de kracht van hun leven. 

Dat maakt ook dat we met zulke gemengde gevoelens op het afgelopen jaar terug kijken. We hebben immers veel geleerd, maar ook veel verloren. En we zijn er nog niet vanaf. We beginnen vandaag dan wel weer, maar zitten toch de komende 2 weken nog vooral aan huis gekluisterd. Enkel de examens, toetsen die fysiek gepland zijn – óók op extern door ons gehuurde locaties: hulde aan Arnaud Opdam en zijn mensen, wat hebben die veel voor elkaar gekregen in korte tijd en dat bijna non-stop vanaf maart vorig jaar – enkel die tentamens en het praktijkonderwijs gaan fysiek door. 

En dan hopen we na 18 januari langzaam weer te kunnen gaan opstarten, ongetwijfeld met beperkingen als mondkapjes, anderhalve meter enzovoort. Maar heel langzaam kruipen we dan richting april: de Onderwijsdag misschien toch fysiek ? De zomervakantie weer een beetje als vanouds ? Ik hoop het uit de grond van mijn hart.

Wake-up call

En toch, en toch. Dit jaar heeft mij ook tot nadenken aangezet. Je kunt ook zeggen dat deze pandemie een wake-up call is. Dat dit virus de kwetsbaarheid van onze samenleving, van onze wereldeconomie haarfijn blootlegt. Er is al veel gezegd over wat het nieuwe normaal zou moeten worden, over dat dit disruptieve moment aangegrepen moet worden om tot een werkelijke verandering van onze levensstijl te komen. 

En hoewel ik sceptisch ben over de veranderbereidheid van de moderne aan luxe gewende wereldburger die wij in het welvarende westen geworden zijn, denk ik dat we wel degelijk wat kunnen doen. Individueel én collectief. En dat het onderwijs daar leidend in kan zijn en zeker het hoger onderwijs. Immers hier leiden wij de leidinggevenden, de leiders van de toekomst op. Wij staan aan de basis van hun ontwikkeling als beroepsprofessional en kunnen hen bewust maken van de do’s en dont’s. 

Juist nu, nu we in de zogenaamde liminale fase zitten zoals organisatiedeskundige en cultureel antropologe Jitske Kramer in haar onlangs verschenen boek “Werk heeft het gebouw verlaten” schrijft. De liminale fase is de fase ‘between the no longer and the not yet’. 

Immers we weten dat we niet door kunnen gaan met het plunderen en vervuilen van de natuurlijke hulpbronnen van onze aarde. We weten dat als we zo doorgaan we binnen een aantal decennia de afgrond hebben bereikt, maar zelfs als we sceptisch zijn over klimaatverandering en de effecten daarvan, zien we ook dat het neoliberale denken slechts voordelig werkt voor nog geen 5 procent van de aardbewoners. Kate Raworth noemt dat in haar boek Donut Economie het Matteüseffect: de evangelist schreef het 2000 jaar geleden al op: de rijken worden rijker en de armen armer. Die tweedeling is onaanvaardbaar zoals 2020 wereldwijd in de vorm van gele hesjes ook liet zien. 

Nieuw evenwicht

We moeten terug naar een nieuw evenwicht: een evenwicht waarbij iedereen op tenminste basisniveau toegang heeft tot sociale rechten als onderwijs, voedsel, schoon drinkwater, dak boven het hoofd, gezondheidszorg, vrede en gerechtigheid, politieke inspraak, inkomen en werk, energie niet te vergeten en sociale en seksegelijkheid. En waarbij we onze leefwereld niet vervuilen met te veel aan stikstof, ontbossing, aantasting biodiversiteit, luchtvervuiling, plasticafval, verzuring, chemische vervuiling, zoetwater onttrekking en klimaatverandering.
Aan het eerste hebben veel van onze 7 miljard medemensen een tekort, ook in ons eigen land en aan het tweede heeft de aarde inmiddels dankzij ons een te veel. We moeten terug naar een nieuwe balans, schrijven steeds meer wetenschappers waarin het niet meer gaat om kwantiteit – meer, meer, meer, - maar om kwaliteit in een gesloten evenwichtig systeem dat zichzelf in stand kan houden: cyclisch noemen we dat wel.
En dan zijn we af van een samenleving waarin “We worden overgehaald geld dat we niet hebben, uit te geven aan dingen die we niet nodig hebben om een vluchtige indruk te maken op mensen om wie we niet geven” aldus de econoom Tim Jackson. Overconsumptie ! Maar we zijn nog niet in die nieuwe wereld. We zitten als gezegd misschien wel in een tussenfase en daar kunnen wij, ieder afzonderlijk maar zeker als Avansgemeenschap als geheel, het verschil gaan maken. Op al die verschillende studiegebieden.

Sustainable Development Goals

De aandachtige luisteraar heeft in bovenstaande immers veel herkend dat ook in onze Ambitie2025 staat en waar we de komende vier jaar hard aan gaan werken. De basis van het onderwijs en onderzoek is ingebed in de zogenaamde Sustainable Development Goals (SDG’s), de 17 door de Verenigde Naties opgestelde duurzaamheidsdoelen die wereldwijd zijn omarmd, ook door de Nederlandse regering, door het bedrijfsleven (VNO\NCW) en door het hoger onderwijs. Hierboven noemde ik er al een aantal die behoren tot de sociale rechten van de mens. 

Onze taak is het het beste uit onze studenten te halen, hen te wijzen en te onderwijzen vanuit onze kennis en ervaring op de mogelijkheden en de kansen die zij krijgen. Dat zit immers in het woord onderwijzen opgesloten: wijzen, richting geven ! Het kan niet genoeg benadrukt worden: docenten zijn voor studenten mederichtinggevers en daardoor van onschatbare waarde.

In mijn functie als Kamerheer begeleid ik met enige regelmaat ambassadeurs naar de Koning om hun geloofsbrieven aan te laten bieden. De gesprekken die de ambassadeur en ik dan voeren in de koets op weg naar het paleis gaan heel vaak over onderwijs. De basis voor ontwikkeling van welzijn en welvaart zit in drie dingen: onderwijs, onderwijs en onderwijs. Dat zegt de ambassadeur van Gabon, van Niger, van Zuid-Korea, dat zegt de ambassadeur van de Verenigde Staten – en zeker de nieuwe zal dat gaan zeggen… - 

Vitale sector

Niet voor niets zijn wij een vitale sector in deze coronatijd! Voor wie uitzonderingen zijn gemaakt. En dat onderwijs geven wij in een tijd die steeds sneller veranderingen voortbrengt, die veel vraagt van onze wendbaarheid, creativiteit, oplossingsvermogen voor complexe problemen en samenwerkingscompetenties op interdisciplinaire gebieden. Dat is misschien wel het belangrijkste onderscheidingskenmerk van de mens, van homo sapiens: het vermogen tot samenwerken op heel verschillende deelgebieden met het vernuft om daarin ook te delen. Dat is anders dan een school vissen of een zwerm vogels zo fascinerend synchroon kunnen doen en het is ook anders als het jagen in groepsverband wat leeuwinnen en andere roofdieren als orka’s en dolfijnen doen. Het is zoeken naar complementariteit. 

Het nieuwe onderwijsmodel uit Ambitie2025, waarmee door de AMR vorige maand is ingestemd, biedt die mogelijkheden. En we gaan daar mee experimenteren in overleg met opleidingscommissies en docententeams. Het wordt spannend en uitdagend hoe een student onder onze begeleiding zijn leerweg kan uitstippelen. 

Het wordt ook spannend in welke constellaties we dat gaan doen: om flexibel te kunnen zijn, moeten we ook onze organisatie aanpassen door herclustering van opleidingen en door meer zelforganisatie van teams mogelijk te maken. Want dat zijn de belangrijkste eigenschappen van effectieve systemen schrijft Raworth in navolging van de econome Meadows:”een gezonde hiërarchie, het vermogen tot zelforganisatie en veerkracht. Daarom moeten systemen zo worden beheerd dat deze 3 kenmerken kunnen opbloeien” (p.154)

Leefwereld leidend

En pas op hè, het gaat hier over het systeem, maar leidend moet onze leefwereld zijn: voor wie doen we het en waarom doen we het. En dan kan er best soms wel twijfel zijn of we de goede dingen doen en of we de dingen goed doen. Er moet ook twijfel zijn indachtig het woord van de filosoof Voltaire: “Wie niet twijfelt, is eigenlijk iemand die niet nadenkt. Of hooguit dogmatisch denkt. Als denken de weg tot waarheid is, is twijfel onze gids.” En dan sluit Voltaire zijn brief aan de Zweedse koning af met: “Ik denk dat de wereld veel beter en mooier zou zijn als we allemaal wat vaker zouden twijfelen. Maar daar ben ik niet zeker van.” (Sic!) 

Kom daar nu eens om in onze wereld vol vaststaande meningkjes en eigen gelijk. O, wat wens ik ons in 2021 heel veel twijfel toe. En uit die twijfel ook! Voel je daarin vrij. Dan denken we tenminste na.

En buiten die twijfel wens ik jullie mede namens Jacomine en Sarah ook een heel gelukkig en vooral gezond jaar toe. En de studenten van Avans geweldig gemotiveerde en betrokken docenten, locatiebeheerders, cateraars, schoonmakers, administratieve ondersteuners, decanen, studiebegeleiders en en en. En daar twijfel ik op grond van mijn ervaring nu weer helemaal niet aan. Geen moment: Die krijgen zij in 2021.