Robotisering: wie heeft er in 2030 nog een baan?

Studenten van nu moeten voorbereid worden op de veranderende arbeidsmarkt waarin robots en computers steeds meer werkzaamheden zullen overnemen. “Er zijn optimisten die zeggen dat we naar een leven zonder werk gaan.”

Dit is een longread van Punt.
Illustraties: Nienke van Duuren

“Wat robots nu en in de toekomst kunnen, wordt steevast overschat. De technologische industrie heeft er namelijk baat bij meer te beloven dan ze kan leveren”, zegt Michel van Dartel, lector Mensgericht Creëren bij het Expertisecentrum voor Kunst, Design & Technologie van Avans. “Hoe groter de vergezichten, hoe meer investeerders. Dat sijpelt door in het idee dat robots mensen uit de arbeidsmarkt zullen verdringen. Maar dat is niet helemaal waar.”

Als het gaat om robotisering van de arbeidsmarkt wordt vaak een beeld geschetst waarbij vooral de lager opgeleiden de dupe zijn. Onzin, meent Ineke van Kruining, docent bij Avans. Ze doet onderzoek naar digitale technologie en de arbeidsmarkt. “Je moet naar drie zaken kijken: zijn de taken handmatig of routinematig en is er sprake van interactie met andere mensen? Een loodgieter bijvoorbeeld blijft voorlopig werk houden. Zijn werk is handmatig en meestal niet routinematig.” Een hoger opgeleide die vooral bezig is met het invoeren, beheren of controleren van data moet daarentegen op termijn wel vrezen voor zijn baan.

Inhoudsloos

Van Dartel maakt zich vooral zorgen over het feit dat robots ons werk inhoudsloos maken. Dat we geen voldoening meer hebben in wat we doen. “In het begin bouwden mensen een hele auto, daarna werd het werk opgedeeld in onderdelen omdat dat efficiënter is. De vervreemding tot het eindproduct die dat oplevert wordt doorgezet in de robotisering van productie. Vroeger controleerden douaniers je paspoort op Schiphol. Dat is overgenomen door een machine. Nu staan er mensen naast de machines die je paspoort checken om je door het poortje te loodsen. Dat lijkt inefficiënt, maar die mensen zijn simpelweg goedkoper dan douaniers. Maar denk je dat zij zich op eenzelfde manier verbonden voelen met de veiligheid van Schiphol als een douanier?”

“Het is belangrijk dat je kritisch kunt denken”, vindt Van Dartel. “Technologie werkt vooral bij werkzaamheden die je kunt standaardiseren. Robots worden steeds slimmer en creatiever, maar machines blijven het afleggen tegen de mens als het gaat om het bedenken van waar de oplossingen die zij leveren toe dienen.”

Volgens de lector moet Avans in de opleidingen daarom meer de nadruk leggen op kritisch denken. “De echte stappen in de ontwikkeling van een domein worden niet gemaakt door het slimmer uitvoeren van taken, maar worden gemaakt door kritische denkers die de taken (her)definiëren.”

Voeling met de arbeidsmarkt

Van Kruining vindt dat de economisch-administratieve opleidingen van Avans goed inspelen op die veranderende arbeidsmarkt. “Studenten Human Resource Management komen bijvoorbeeld niet pas na hun afstuderen in aanraking met het bedrijfsleven. Al vanaf het eerste jaar werken zij in de praktijk. Die voeling met de arbeidsmarkt wordt steeds relevanter.” Een ander voorbeeld is de opleiding Accountancy. “Het meeste rekenwerk wordt tegenwoordig gedaan door de computer. Daarom is de inhoud van de opleiding aangepast. De sociale en adviesvaardigheden van een accountant zijn belangrijker geworden.”

“Ik maak me niet druk om de toekomst”, zegt Julius Steinmeijer. De derdejaarsstudent Human Resource Management in Breda heeft meegedaan aan het onderzoek van Van Kruining naar de toekomst van de arbeidsmarkt. “Het was in zekere zin wel een eye opener voor mij. Mede door het onderzoek ben ik me meer gaan focussen op de combinatie van hr en IT. Dat zit niet in het curriculum van de opleiding. Het is iets wat ik op eigen initiatief gedaan heb.” Julius heeft bewust een stage gekozen waarbij hij de schakel vormde tussen ICT’ers en de hr-afdeling tijdens een groot ICT-project.

Revolutie

Overigens is de hele technische revolutie niet van vandaag of gisteren. “Typemachines zijn ook techniek”, zegt Van Kruining. “Sta er maar eens bij stil hoeveel techniek je nu al dagelijks gebruikt: alleen al de smartphone en laptop. Neem de banken en het verzekeringswezen als voorbeeld. Daar zijn de afgelopen jaren enorm veel banen verdwenen door automatisering. Maar dat is het resultaat van automatisering die al in de jaren 60 van de vorige eeuw is begonnen.”

Ondanks de toenemende automatisering is Van Kruining positief over de kansen van Nederlanders op de toekomstige arbeidsmarkt. “Anders dan in andere landen wordt er in Nederland al beleid gevoerd op dat gebied. Denk aan de oproep tot leven lang leren. Bovendien is Nederland een redelijke voorloper in technologie en hebben we echt een poldercultuur. Niet alles wordt aan de markt overgelaten. Overheid, bedrijven en werknemers zijn daarover ook met elkaar in gesprek.”

Digibeten en digitalen

“We moeten wél waken voor een kloof tussen digibeten en digitalen, mensen die wel om kunnen gaan met technologie. Studenten Verpleegkunde of Social Work zullen in de toekomst steeds meer met apparaten moeten werken”, zegt Van Kruining. “Eigenlijk zou elke opleiding een combinatie met informatica moeten hebben”, vindt Julius. “Misschien moet je het niet verplicht stellen want niet iedereen wil die kant op, maar je moet studenten op z’n minst de keuze geven. Bijvoorbeeld als minor.”

Zelfs als opleidingen zich aanpassen, bieden sommige studies meer toekomstperspectief dan andere. “Op termijn zal er minder werk zijn in de economisch-administratieve beroepen. Dat is gewoon zo.” In de technieksector zit je voorlopig nog wel goed. Net als in de verpleegkunde.

“Als het gaat om bijvoorbeeld coaching denk ik dat er in de toekomst nog veel kansen liggen”, zegt HR-student Julius. “En in de combinatie tussen hr en data gaat er veel gebeuren. Ik wil daarom mijn afstuderen doen bij een bedrijf dat daarmee bezig is. Het zal lastig zijn om daar binnen te komen omdat dergelijke bedrijven liever niet willen dat anderen bij hun data kunnen.”

Slaaf

Van Kruining gelooft niet in een toekomstbeeld waarin de mens slaaf wordt van de machines. “Dat zou enorm ironisch zijn. Het woord robot is Tsjechisch voor slaaf.” Maar dat in de toekomst steeds meer taken worden overgenomen door robots is een gegeven. “Nu slaat de verhouding nog door richting menselijk arbeid, maar daar zal een evenwicht in komen. Het zal meer draaien om samenwerking met robots: cobots. Een hypotheek aanvragen is al een samenspel met een slimme machine, dat breidt zich ook uit naar bijvoorbeeld Verpleegkunde of Social Work wanneer de robot medicijnen verstrekt of de computer een advies geeft over de alternatieven bij uithuisplaatsing.”

‘De grootste zorg van de mens is dan hoe we onze tijd gaan besteden. Hoe voelen we ons dan nog nuttig?’

En een toekomst waarin robots de slaaf van mensen zijn? “Er zijn optimisten die zeggen dat we naar een leven zonder werk gaan. Robots doen dan alles voor ons”, zegt Van Dartel. “De grootste zorg van de mens is dan hoe we onze tijd gaan besteden. Hoe voelen we ons dan nog nuttig?”