Avans opinie actualiteit: 70 jaar Rechten van de Mens, feestje?

Op 10 december 1948 namen de Verenigde Naties de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens aan. Staten zijn gebonden aan die rechten en 70 jaar later is het de vraag of er iets is te vieren op die verjaardag. Wereldwijd worden de in de Universele Verklaring vastgestelde rechten immers op grote schaal geschonden in gewapende conflicten, door dictators en door ogenschijnlijk ‘nette’ landen. Ook in Nederland is het een kwestie van alert blijven om de Rechten niet te schenden, want om ondermijnende criminaliteit succesvol te kunnen bestrijden worden de grenzen opgezocht.

Dit opiniestuk van lector Ondermijning Emile Kolthoff verscheen vandaag in dagblad BN DeStem.

Het universele karakter van de mensenrechten wordt nog wel eens in twijfel getrokken. In boek Gewone Deugden vraagt Ignatieff zich af of de universele mensenrechten niet te hoog gegrepen zijn. Zijn mensen wel bereid tot die broederschap met mensen met wie ze niet veel delen? Zitten al die rechten een efficiënte bedrijfsvoering van de staat niet in de weg en belemmeren ze niet de opsporing van bijvoorbeeld terroristen. En treedt de staat voldoende op als rechten van burgers door andere burgers op grove wijze worden geschonden.

Hooligans

Zoals bij de PSV-hooligans die onvervalst racistische taal uitslaan bij het verhinderen van een (vreedzame) demonstratie door  anti-zwarte-piet activisten op 17 november. Schendingen van mensenrechten, wat ook daadwerkelijk zo werd benoemd door de rechtbank in Leeuwarden die vorige maand relatief forse straffen oplegde aan de ‘Blokkeerfriezen’ voor het verhinderen van een demonstratie (het medeburgers ontzeggen van dit recht).

In deze bijdrage ga ik kort in op de Nederlandse situatie en probeer ik de verbinding te maken tussen mensenrechten en ondermijnende criminaliteit. Welke artikelen uit de Universele Verklaring hebben daarmee te maken en welke rechten staan mogelijk op het spel door het optreden van zowel overheid als criminelen?

Onderwereld en bovenwereld

De onderwereld heeft de bovenwereld nodig om haar criminele activiteiten uit te voeren. Ze doet dat met zachte hand, door ‘vrienden’ met een wijk te worden, sporthonken te bekostigen, verenigingen te sponsoren en met harde hard door intimidatie, omkoping en bedreiging. Zo wordt een positie in de bovenwereld verkregen, die het mogelijk maakt om crimineel geld wit te wassen, vergunningen te verkrijgen, ondernemingen op te richten als dekmantel, enzovoort.

Bij de bestrijding van georganiseerde criminaliteit zijn verschillende artikelen uit de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens in het geding. Rechten die in 1950 ook zijn vastgelegd in het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) en die kunnen worden getoetst door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.

Wetboek

Als het gaat om opsporing en vervolging, zijn artikel 3 en 5 van de Universele Verklaring (“Eenieder heeft het recht op leven, vrijheid en onschendbaarheid van zijn persoon” en “Niemand zal onderworpen worden aan folteringen, noch aan een wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing.”) van bijzonder belang. Ons Wetboek van Strafvordering biedt de noodzakelijke waarborgen hiervoor en bij schending daarvan kan de burger (en dus ook de crimineel) een beroep doen op de rechter.

In de praktijk kunnen zich situaties voordoen waarbij opsporingsambtenaren worden uitgedaagd om de grenzen op te zoeken van deze bepalingen. Denk aan het klassieke voorbeeld van de aangehouden terrorist die weet waar een aantal gijzelaars is verborgen die om het leven zullen komen als ze niet snel gered worden, maar daarover niet wenst te verklaren. De neiging zal groot zijn om deze verdachte zodanig onder druk te zetten dat het in strijd is met het folterverbod. Het Europees Hof heeft verscheidene landen voor dergelijke praktijken veroordeeld.

Privacy

Een ander belangrijk artikel in het kader van de bestrijding van georganiseerde misdaad betreft de privacy. Artikel 12 van de Universele Verklaring stelt dat niemand zal worden onderworpen aan willekeurige inmenging in zijn persoonlijke aangelegenheden, in zijn gezin, zijn tehuis of zijn briefwisseling. Dat betekent dat de politie dus niet zomaar je huis binnen mag dringen, je brieven mag openmaken, je auto doorzoeken, etc. Daarvoor zijn wettelijke grondslagen nodig, die door een rechter kunnen worden getoetst.

Maar hoe zit het met omkoping en corruptie? Een belangrijk drukmiddel van criminelen. Gek genoeg is het recht op een corruptievrije overheid niet opgenomen in de Universele Verklaring. Wanneer corruptie wijdverbreid is hebben mensen geen toegang tot een onafhankelijke rechter. Kun je nog vertrouwen op corrupte politiemensen voor de bescherming van al die andere rechten? En vertrouw je de gemeente nog als een bepaalde vergunning naar degene gaat die de meeste steekpenningen betaalt?

Alert blijven

Tot nu toe lijkt het allemaal wel goed geregeld te zijn met de mensenrechten in Nederland. De overheid mag zich niet zomaar met je bemoeien, tenzij dat wettelijk is geregeld en de rechter houdt daar toezicht op. En gelukkig beschikken wij – in tegenstelling tot vele andere landen – nog steeds over een onafhankelijke rechterlijke macht en behoren incidenten met corrupte politiemensen tot de uitzonderingen. Maar we moeten dat wel koesteren. En ons realiseren dat je niet naar hartenlust kunt kiezen uit mensenrechten, maar dat het hele pakket dient te worden afgenomen. Een voorzichtig feestje dus bij het 70-jarig bestaan, maar steeds alert blijven om die rechten te koesteren en zeker niet zelf te schenden.