Nederland exporteert aanpak pedoseksueel

Europese belangstelling voor methode die zedendaders laat terugkeren in de samenleving. Een in Nederland succesvol gebleken manier om pedoseksuelen te reïntegreren, gaat Europa in. Andere landen zijn enthousiast over deze zogenoemde cirkel-methode, waarbij een kring van vrijwilligers een pedoseksueel helpt om terug te keren naar de samenleving.

Het idee komt oorspronkelijk uit Canada. In Europa zijn Nederland en het Verenigd Koninkrijk koplopers. Zij gaan andere landen helpen ‘cirkels’ in te voeren, bleek deze week op een Europees congres bij Avans Hogeschool in Den Bosch, van 60 deskundigen uit 14 landen.

De cirkelmethode is in Nederland in 3 jaar tijd uitgegroeid tot de geijkte begeleiding van pedoseksuelen die bereid zijn iets aan hun gedrag te veranderen.  Iedere ‘cirkel van ondersteuning en aanspreekbaarheid’ telt 3 tot 5 vrijwilligers en 1 vrijgelaten zedendader.

De vrijwilligers helpen hem een netwerk op te bouwen, spreken hem aan op zijn gedrag en waarschuwen professionals als het mis dreigt te gaan. ‘Doodknuffelen’ van pedoseksuelen? Nee, gewoon een pragmatische aanpak om nieuwe slachtoffers te voorkomen, klonk het op het congres. De kans op recidive is groter als een dader in een isolement belandt.

In Nederland zijn nu 31 cirkels actief. Reclassering Nederland wil stapje voor stapje uitbreiden. ‘Wij schatten in dat je voor een derde tot de helft van de vrijkomende pedoseksuelen een cirkel kunt overwegen’, zegt Bas Vogelvang, lector reclassering en veiligheidsbeleid bij Avans. ‘Met ongeveer 80 cirkels in Nederland zou je al een heel eind komen.’

Ook België heeft cirkels , en Bulgarije, Letland en Spanje zijn bezig met de invoering. Frankrijk, Hongarije en Ierland staan op de wachtlijst. De ‘kopgroep’ wil niet te veel landen tegelijk begeleiden, om de kwaliteit hoog te houden. Een smetje kan het imago van het programma schaden.

Vogelvang begrijpt de Europese belangstelling wel. ‘Je hebt niet veel succesvolle programma’s om zedendaders terug te laten keren in de maatschappij. Medicatie en gedragstherapie zijn voor individuele daders wel effectief, maar zorgen niet voor een echte reïntegratie.’ Vogelvang denkt bovendien dat de cirkels de commotie rond terugkerende pedo’s kunnen indammen.

Het vinden van vrijwilligers is geen probleem. In Nederland zijn er al zo’n 150. ‘ Ik zie het als een tegengeluid’, zegt algemeen directeur Sjef van Gennip van Reclassering Nederland. ‘Dit zijn mensen die niet gaan staan roeptoeteren langs de zijlijn, maar hun steentje bijdragen om te zorgen voor minder slachtoffers.’ In Canada is de recidive  door het programma met ruim 70 procent gedaald. In Nederland is slechts 1 zedendader uit het programma mogelijk opnieuw in de fout gegaan.

De mennonieten maakten de eerste cirkel

De eerste cirkel ontstond in 1994 in het plaatsje Hamilton in Canada, opgezet door de kerkgemeenschap van mennonieten. Plaatsgenoot Charlie Taylor kwam vrij na het uitzitten van zijn straf voor een zedendelict. Het zorgde voor veel onrust. Een groep parochianen, die Taylor ook hadden bezocht in de gevangenis, vormde een cirkel om hem te begeleiden. Ze werden ‘Charlies angels’ genoemd.

Mennonieten of doopsgezinden zijn volgelingen van Menno Simons, een Friese priester uit de 16e eeuw. Volgens Mechtold Höing, onderzoeker bij Avans in Den Bosch, is het geen toeval dat de eerste cirkel juist ontstond vanuit hun kerk. ‘Doordat zij vaak vervolgd zijn, ontwikkelden ze een sterke neiging om problemen op te lossen in hun eigen gemeenschap. Dat zie je terug in het cirkels-project.

Bron: Trouw, 31/10/2013