Nieuws

De gemeenteraad van Breda buigt zich op 3 december over een nieuwe verordening voor jeugdhulp. Avans-lector Christa Nieuwboer maakt zich zorgen over de impact van deze verordening.

portretfoto van Christa Nieuwboer - lector Jeugd Gezin en Samenleving Avans Hogeschool

De gemeenteraad behandelt een nieuwe verordening Jeugdhulp. Een belangrijk punt hierin is de informele jeugdhulp: gezinnen met één of meerdere kinderen met een handicap, een psychische aandoening of een stoornis moeten de hulp aan huis, die ze structureel nodig hebben, zelf gaan betalen. Een informeel persoonsgebonden budget stelt hen nu in staat om dichtbij huis, met vertrouwde personen, steun te organiseren en dat jarenlang vol te houden. Maar alleen ouders die minder verdienen dan 120% van het minimumloon, hebben straks nog recht op deze vorm van jeugdhulp. In een artikel in BN De Stem van 26-11-2020 is berekend dat een gezin, dat meer verdient dan €1207,30 de hulp aan huis voortaan zelf moet betalen. En dat gaat al gauw om honderden euro’s per maand.

Eigen reserves

Het bericht is zeer verontrustend. Het betreft gezinnen in een kwetsbare positie, die financieel en sociaal onder druk komen te staan. Concreet betekent deze verordening namelijk, dat gezinnen eerst alle eigen reserves moeten uitputten voordat ze de gemeente om hulp kunnen vragen. Zowel financieel, door hulp in te kopen, als ook sociaal, door een beroep te doen op hun netwerk. Verdient een gezin toch nog te veel? Dan moet men bewijzen dat men het echt niet aankan.

Deze verordening gaat daarmee in tegen wat professionals in het jeugddomein proberen te ontwikkelen: eigen kracht, veerkracht en vertrouwen.

 “Luister naar ons!”

Eigen kracht is zo’n dertig jaar geleden in het jeugddomein geïntroduceerd omdat ouders het beu waren dat ze werden betutteld en bevoogd door professionals. Het was té lang gebruikelijk dat kinderen zonder meer uit huis werden geplaatst, dat ouders niets over hun kind te zeggen hadden, en dat oplossingen van ouders niet serieus genomen werden. Experts, zoals prof. dr. Jo Hermanns, professionals en ouders zelf waren de motor van een beweging naar meer empowerment in de jeugdzorg. “Luister naar ons!” was de boodschap van ouders. “Wij kennen ons kind en onze situatie als geen ander.” Hoewel nog steeds moeizaam, is een van de resultaten dat professionals en ouders sámen beslissen over welke hulp nodig is. Een onlangs afgerond project, waarin nota bene de gemeente Breda participeerde, resulteerde in een online tool om deze afweging te helpen maken. Samenwerken: dat is echte kracht.

Het College lijkt nu een tegenovergestelde weg in te slaan. “Het College beoordeelt welk deel van de hulpvraag jeugdigen en/of ouders zelf met behulp van hun sociaal netwerk kunnen oplossen en waar moet worden aangevuld door middel van een individuele voorziening.” (Verordening, 3.7). En dat doet men door een materiële norm te stellen; want die is juridisch houdbaar.

Maar het is geen hogere wiskunde om te bedenken dat je bij een ernstige risicofactor in het gezin niet nog meer risicofactoren moet toevoegen. Om veerkracht te behouden, moet je juist beschermende factoren inschakelen om samen gezond te blijven. Het is al zwaar genoeg om een kind met een zorgbehoefte te hebben. Met de Verordening lijkt het college van Breda het financiële en sociale breekpunt van de gezinnen op te zoeken.

Zorgplicht

Want, zo geeft de verordening aan: “Wij vermoeden dat ouders voldoende eigen kracht hebben als het gezinsinkomen boven de genoemde norm ligt van 120% Wml (lid 4). Bij deze norm hebben we aansluiting gezocht bij ons armoedebeleid.” Al sinds de 18e eeuw is er geïnstitutionaliseerde hulp aan gezinnen, waar de overheid in verschillende mate verantwoordelijk voor is geweest. Lange tijd was dit een centrale overheidstaak, nu die van gemeentes. De zorgplicht van een stad begint mijns inziens vóór het bereiken van de armoedegrens. Zo draag je bij aan een gezonde stad. En doe je recht aan het bestuursmotto “Lef en liefde” dat Breda voert.

Professionele jeugdhulporganisaties werken onvermoeibaar aan het opbouwen van vertrouwen. Wat kwaliteit volgens ouders is? Dat zij op tijd gehoord en geholpen worden, dat professionals naast hen staan en samen met hen doen wat echt nodig is. Het College maakt het werk van jeugdprofessionals zo wel erg moeilijk. B&W hebben het in de verordening over een kwaliteitsslag, maar het gaat alleen over sturing en controle. Een betere jeugdhulp vraagt professionalisering en drastische vereenvoudiging van procedures. Dát is waar het veld behoefte aan heeft en waar de meeste ‘winst’ te behalen valt.

Wat gebeurt er in het jeugddomein? Sinds de gemeenten in 2015 verantwoordelijk werden voor de jeugdhulp, zoekt men naar manieren om dit binnen het budget te doen. Er zijn goede voorbeelden van gemeenten die inzetten op preventie en normaliseren; die tijdige en passende steun bieden; die doen wat nodig is. Waar het wél lukt, vanuit visie, creativiteit en vakmanschap. Eigen kracht, veerkracht en vertrouwen zijn in de handen van een jurist, een econoom of een manager niet per se het beste gewaarborgd.

Het gaat donderdag om een fundamentele keuze in de jeugdhulp. We willen toch geen jeugdhulpvluchtelingen die Breda proberen te verlaten om elders ‘asiel’ te zoeken? Ik hoop dat de Bredase gemeenteraad donderdag de juiste keuze maakt.

 

Dr. Christa Nieuwboer
Lector Jeugd, gezin & samenleving - Avans Hogeschool