Nieuws

Het bedreigen van wethouders loont niet. Het heeft geen invloed op de inhoud van een besluit dat een college van burgemeester en wethouders neemt. Daders bereiken hun doel om een besluit te beïnvloeden of zelfs tegen te houden dus niet. Dat blijkt uit mijn onderzoek, waarin ik 35 wethouders gesproken heb die zijn bedreigd.

Expertisecentrum Veiligheid, Lectoraat Ondermijning

Dit opiniestuk van Avansdocent Diana Marijnissen verscheen vandaag in De Telegraaf. Diana promoveert vrijdag aan de Open Universiteit met haar
onderzoek naar de aard en invloed van bedreigingen tegen wethouders.

In het onderzoek gaat het om zaken die niet per se strafbaar zijn, maar wel als bedreigend zijn ervaren. Denk daarbij aan een wethouder die in het bijzijn van zijn familie tijdens de nachtmis op kerstavond een bloempot naar zijn hoofd gegooid krijgt, een wethouder die in zijn eigen huis een mes op de keel gedrukt krijgt, doodsbedreigingen op de deurmat en vernielingen aan persoonlijke eigendommen.

Eenlingen

Deze incidenten zijn meestal het sluitstuk van een proces waarbij de dader al eerder signalen van ongenoegen afgeeft. Een wethouder wordt op straat uitgescholden en even later wordt een van zijn kinderen fysiek bedreigd. De daders zijn meestal eenlingen die persoonlijke doelen nastreven zoals het voorkomen van de aanleg van een verkeersdrempel, het tegenhouden van de kap van een boom of het verkrijgen van een bouwvergunning.

Er zijn geen aanwijzingen dat de bedreiging invloed heeft op de besluitvorming, maar het zorgt wel degelijk voor ingrijpende gevolgen in de privésfeer. En er zijn aanwijzingen voor effecten op het publieke functioneren. Het beïnvloedt het denken en handelen van de individuele wethouder. Reacties variëren van verharding tot grote voorzichtigheid in het bestuurlijk functioneren. ,,Ik werd er ook vastberaden van, in de zin van: Dat speelveldje gaat er dus hoe dan ook komen”, luidt een voorbeeld.

Lichte stijging

Uit onderzoek van het ministerie van Binnenlandse Zaken blijkt dat agressie en geweld tegen bestuurders en volksvertegenwoordigers al een aantal jaren licht stijgt. Dat geldt voornamelijk voor wethouders en raadsleden. De impact van de bedreigingen op het publieke functioneren en op het privéleven van de wethouder maakt dat aandacht voor het probleem van bedreigingen op zijn plaats is.

De gemeentelijke organisatie en de wethouder zelf hebben daarin een prominente rol. Voor gemeentes geldt dat de procedures voor het melden van en de omgang met bedreigingen meer aandacht verdienen. En de wethouder moet zich bewust zijn van de ernst van de signalen en een geëmotioneerde tweet van een burger niet te snel afdoen als ‘het hoort erbij’.

Risico beroepsgroep

Een wethouder deelde met mij: ,,En het bizarre is dat ik in eerste instantie niet door had hoe het er toch inhakt. Dat had meer te maken met dat het thuis was. Mijn gezin ging zich raar gedragen. Mijn man kreeg Bokito-gedrag. Als er aangebeld werd, werd nu eerst gekeken wie er aan de deur stond. En mijn twee zoons vroegen of ze mee moesten lopen als ik ’s avonds naar een vergadering moest.”

De gevolgen van bedreigingen zijn een risico voor de gehele beroepsgroep. Veel wethouders vrezen dat het aanzien van en de animo voor het wethouderschap zal dalen. En we weten allemaal dat het nu al moeilijk is om goede mensen te vinden die het lokale bestuur willen versterken.