Nieuws

Op Internationale mannendag (19 november) vraagt Janine Janssen, lector van Avans Hogeschool aandacht voor mannenmishandeling. 'We lezen namelijk vrij weinig over vrouwelijke daders. Je zou bijna denken dat vrouwen problemen hebben en dat mannen ze veroorzaken', stelt Janssen. Zo zwart-wit liggen de feiten natuurlijk niet. Het feit dat we relatief minder mannelijke slachtoffers in beeld krijgen, betekent niet dat ze er amper zijn.

Luister het interview met Janine Janssen van vanochtend op NPO Radio 1, lees het artikel dat verscheen op RTL Nieuws en haar column in NRC.

In de jaren zeventig van de vorige eeuw werden steeds meer kanttekeningen geplaatst bij de gedachte dat verschillen tussen mannen en vrouwen vooral biologisch verklaard en begrepen moesten worden. Hoe mannen en vrouwen zich gedroegen of geacht werden zich te gedragen was niet uitsluitend een kwestie van biologie, dat had toch ook te maken met sociale codes en daarachter liggende normen. Er werd gezocht naar een nieuwe term waarmee het verschil tussen het biologische geslacht en de sociale invulling daarvan kon worden uitgedrukt en dat werd de term ‘gender’.

Vrouwelijk slachtofferschap

Hoewel ik er heel erg voor ben dat we kritisch naar die sociale invulling kijken, kan ik me niet aan de indruk onttrekken, dat die term ‘gender’ toch vaak erg eenzijdig wordt gebruikt. De term wordt vooral gekoppeld aan vrouwen en meer precies aan vrouwelijk slachtofferschap. We lezen echter vrij weinig over vrouwelijke daders. Daar waar de betrokkenheid van mannen wordt beschreven, ligt sterk de nadruk op daderschap en niet of nauwelijks op slachtofferschap. Internationaal wordt ook sterk het accent gelegd op het slachtofferschap van vrouwen. Waar we in Nederland nog de meer neutrale term ‘geweld in afhankelijkheidsrelaties’ gebruiken voor allerhande vormen van geweld in gezins- en familieverband, is in Europa en bij de Verenigde Naties met name de term ‘violence against women’ populair.


Je zou bijna denken dat vrouwen problemen hebben en dat mannen ze veroorzaken. Zo zwart-wit liggen de feiten natuurlijk niet. De ervaringen met geweld van mannen en vrouwen zijn waarschijnlijk niet symmetrisch. Hoewel nooit alle feiten van geweld in afhankelijkheidsrelaties bij instanties zoals politie en hulpverlening bekend worden – er is sprake van een dark figure – worden door de bank genomen meer vrouwen slachtoffer van deze vorm van geweld. Het feit dat we relatief minder mannelijke slachtoffers in beeld krijgen, betekent niet dat ze er amper zijn.

Durven uiten

Uiteraard moeten professionals openstaan voor het gegeven dat ook mannen in een andere rol dan die van dader in beeld kunnen komen. Anders worden mannelijke slachtoffers niet herkend. Daarnaast is het belangrijk dat mannen zich ook durven te uiten als slachtoffer. De wetenschappelijke literatuur over slachtofferschap leert dat het voor mannen niet eenvoudig is om aanspraak te maken op de status van slachtoffer.

Slachtofferschap past doorgaans niet in het dominante beeld van hoe een man zich hoort te gedragen. In dat beeld van mannelijkheid geldt het spreekwoord ‘grote jongens huilen niet’. Dit kan zich uiten in een lacherige reactie op mannen in de rol van slachtoffer. Dat maakt de drempel om hulp te zoeken natuurlijk niet lager. Helaas maak ik zelf nog te vaak mee als ik ergens in het land een lezing geef over geweld in afhankelijkheidsrelaties en inga op mannelijke slachtoffers, dat er schampere opmerkingen uit het publiek komen in de stijl van ‘dat zijn dan zeker homo’s’. Ik leg dat altijd uit dat je homo’s niet mag mishandelen en dat ik het erg primitief vind om homo’s weg te zetten als ‘niet-echte’ mannen en dat ik in de mannenopvang ook rood-vlees-etende-hetero’s heb ontmoet. Als het dan weer stil in de zaal is, probeer ik aandacht te vragen voor een andere belangrijk issue: als we dan doorhebben dat er mannelijke slachtoffers zijn die hulp nodig hebben, hoe moet die hulp er dan uit zien?

Niet dezelfde hulpbehoeften

Net zo goed als emancipatie van vrouwen niet betekent dat vrouwen zich als mannen gaan gedragen, betekent de erkenning van het feit dat mannen hulp nodig hebben na gewelddadige ervaringen in intieme relaties, niet automatisch dat zij de zelfde hulpbehoeften hebben als vrouwen. Inmiddels hebben we tien jaar ervaring in Nederland met de opvang van mannen en daar al veel over geleerd. Dat is iets om trots op te zijn. Maar we zijn er nog niet.

Serieuze aandacht voor mannelijke slachtoffers en hun specifieke behoeften blijft nodig. We – professionals en beleidsmakers –  mogen de aandacht daarvoor niet laten verslappen, want dan blijft het een exotisch onderwerp dat steevast op lacherige reacties kan rekenen. Problemen kan je namelijk pas echt aanpakken als je ze serieus onder ogen ziet en voorbij gaat aan clichébeelden. Daar zijn zowel mannen als vrouwen mee geholpen.
Janine Janssen is hoofd onderzoek van het Landelijk Expertise Centrum Eer Gerelateerd Geweld van de nationale politie. Daarnaast is zij lector Veiligheid in Afhankelijkheidsrelaties aan Avans hogeschool.