Nieuws

Dat we duurzamer moeten gaan leven, staat voor de meeste mensen – gelukkig – inmiddels wel vast. Maar hoe dat precies moet worden aangepakt?

Dit opinieartikel van lector Innovatie Bouwproces en Techniek Emile Quanjel, verscheen op 30 augustus 2017 in BN De Stem.

Soms is het moeilijk te overzien waar je moet beginnen. Laten we daarom starten met iets waar we allemaal mee te maken hebben: onze woningen. In Nederland staan 7,2 miljoen woningen. 800.000 daarvan staan in Brabant. Het verduurzamen van die woningen is een gigantische klus. Als we de gestelde duurzaamheidsdoelen willen behalen, moeten er gemiddeld 30.000 woningen per jaar worden aangepakt tussen nu en 2050. Dit betekent werkbare oplossingen voor duurzame energie, materialen en gezond gebruik van deze woningen. Dit is een enorme opgave voor bewoners en de bouwsector. Vooralsnog lijkt dit geen eenvoudige (lees: haalbare) opgave.


De totale verduurzaming van de woningen in Nederland vergt een investering van 20 miljard euro en levert zo’n 130.000 nieuwe banen op. Hooggekwalificeerde banen voor uitvoerende mensen, ontwerpers, adviseurs en andere partners gerelateerd aan de bouwsector – zoals logistiek en financieel. Dit soort ervaren vakmensen is niet zomaar beschikbaar.


Tegelijkertijd loopt de gemiddelde leeftijd in de bouwsector snel op. Deze ervaren vakmensen moeten nieuwe vaardigheden en kennis opdoen óf vervangen worden door nieuwe, jongere vakmensen. En dan moet de bouwsector het ook nog stellen zonder de circa 100.000 mensen die vanwege de crises naar het UWV zijn verwezen, zijn omgeschoold of als zzp’er aan de slag zijn gegaan.


Opdracht


De bouwsector moet zodoende actief (nieuwe) vakmensen gaan opleiden en bijscholen. Doet ze dat niet, dan zullen buitenlandse professionele partners uit Europa of bijvoorbeeld China het werk oppakken. Alleen al voor de provincie Noord-Brabant – de tweede economische regio van Nederland – ligt er een belangrijke opdracht om werk te maken om de beschikbare kennis en kunde voor huidige en toekomstige vakmensen te garanderen. We moeten vakmensen nu en in de toekomst duurzaam blijven opleiden. Zodanig dat ze gedurende hun hele werkzame leven waarde kunnen toevoegen aan de leefomgeving.


Burgers, gebruikers en opdrachtgevers vragen terecht om meer kwaliteit in begeleiding, realisatie en beheer van duurzame oplossingen. De vakman – het bouwbedrijf – moet de opdrachtgevers ontzorgen bij aanschaf, gebruik, onderhoud en transformatie van bouwwerken. Bouwbedrijven moeten ontwerpen, bouwen met financiering, energievoorziening, facilitaire dienstverlening en zorg in full-service concepten kunnen combineren. Bouwondernemers moeten veelzijdig zijn en blijven, bewust van hun rol en verantwoordelijkheden. Dat betekent ook vaardig en kundig genoeg zijn om met andere bouwpartners en opdrachtgevers te kunnen ontwikkelen en samenwerken. Bouwondernemers moeten vooraf garantie kunnen bieden over de noodzakelijke kwaliteit voor duurzaamheid bij gebruik en beheer.

De bouwsector staat voor een flinke uitdaging. Ze moet op het gebied van duurzaamheid investeren in kennis over gezondheid, comfort, materialen en energie. Maar ook over andere manieren van samenwerken, nieuwe vormen van informatie vergaren en kennis ontwikkelen en deze te beheren. Nieuwe technieken moeten  meerwaarde leveren voor opdrachtgevers en leefomgeving. 


Duurzaam bouwen betekent bijvoorbeeld anders omgaan met logistiek van materialen en mensen, digitalisering en communicatie van ontwerp, productie en beheer, andere manieren van calculatie, aanbesteding en eigenaarschap. De lat ligt hoog!


De komende decennia moeten we anders gaan opleiden. Studenten, docenten en bedrijven moeten voortaan gezamenlijk in plaats van gescheiden kennis en kunde ontwikkelen. Dat kan bijvoorbeeld met interdisciplinair onderwijs, afstudeer-ateliers en veel meer werken aan de hand van praktijkgerichte opdrachten. Deze opdrachten moeten interessant zijn voor alle partijen – van werkveld tot student – en al deze partijen moeten gelijktijdig gecoacht worden op hun ontwikkeling. Dit vergt een continue gezamenlijke investering in mensen, middelen en tijd. Niet alleen nu – omdat de bouw ‘aantrekt’ –, maar minimaal de komende decennia! Bij de Avansacademie Bouw & Infra zijn ze hiermee al volop aan de slag.


In Noord-Brabant bestaan al werkende initiatieven zoals Samen Slim Bouwen, waarbij ROC Tilburg & Eindhoven samenwerken met Avans. Een ander voorbeeld is het Innovatieplatform SPARK – een initiatief van Heijmans, de provincie, de stad Den Bosch, TU Eindhoven en Avans Hogeschool. Met een groeiend aantal partners wordt gezamenlijk gewerkt aan noodzakelijke ontwikkelingen voor duurzaamheid.


Alternatieven


Als consument of opdrachtgever mag je de lat als het gaat om duurzaamheid hoog leggen bij professionals in de bouw. Neem de tijd om zaken goed uit te zoeken. Denk daarbij bij nieuwbouw aan energie en materialen, bouw toekomstbestendig qua gebruik (leeftijdbestendig) en vraag naar alternatieve vergelijkbare duurzame oplossingen. Maak bij verbouw gebruik van bestaande kwaliteiten, neem hergebruik als serieuze optie mee en laat duurzame oplossingen uitzoeken. 
Met een standaard stapel stenen hoeft niemand genoegen te nemen. Er is zoveel mogelijk en de Nederlandse bouwsector heeft het talent in huis die hoge eisen waar te maken. Is dat makkelijk? Zeker niet! Maar het maakt de toekomst wel beter, groener en schoner.