Nieuws

Bij de re-integratie van delinquenten en het voorkomen van recidive moet meer aandacht komen voor het perspectief van (ex-)gedetineerden en de rol van hun familie. Avans-onderzoekers Robin Christiaan van Halderen, Laurens Xavier de Croes en Bas Vogelvang deden onderzoek naar de ervaringen van Brabantse (ex-)gedetineerden en hun familieleden met de terugkeer uit detentie.

Het onderzoeksrapport ‘Weg terug’ is online te lezen en downloaden.

Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de provincie Noord-Brabant en de gemeente Den Bosch. Het was onderdeel van het project ‘Brabant Veilig’, dat bestond uit zes onderzoeksprojecten die door het Expertisecentrum Veiligheid van Avans Hogeschool zijn gerealiseerd.

Aan de hand van onder meer levensverhalen is bestudeerd welke factoren bijdragen aan een leven met of zonder criminaliteit na detentie. Criminelen die de fout in blijven gaan, blijken vaak moeite te hebben om een eenduidig levensverhaal te vertellen. Ook hebben ze minder aandacht voor belangrijke mensen in hun leven. Deze kennis kan professionals helpen om recidive te voorkomen en re-integratie te versterken. 

Re-integreren na detentie is niet eenvoudig: 47,3% van de ex-gedetineerden recidiveert binnen 2 jaar. In veel onderzoek naar het thema wordt gefocust op risicofactoren, en gaat het om de evaluatie van interventies en beleid. Er is betrekkelijk weinig aandacht voor het perspectief van (ex-)gedetineerden en hun familieleden op het proces van terugkeer.

Voor het onderzoek is een klein aantal (ex-)gedetineerden ongeveer een half jaar gevolgd. Daarnaast brachten de onderzoekers ervaringen van familieleden met de terugkeer in kaart. In het onderzoek lag het accent op de zogenoemde ‘life story-interviews’ die binnen detentie zijn afgenomen. Op basis van de levensverhalen is een beeld gevormd van de gebeurtenissen die invloed hadden op crimineel gedrag. De verhalen geven onder meer inzicht in de betekenis die wordt gegeven aan belangrijke gebeurtenissen en het zelfbeeld van de respondenten.

Op verhaal laten komen

Uit de interviews bleek dat gedetineerden die bij herhaling in de fout gaan een minder eenduidig verhaal vertellen dan gedetineerden die niet recidiveren. Zij hebben minder structuur in hun verhaal en minder aandacht voor het belang van vrienden en familieleden.

Advies van de onderzoekers is om (ex-)gedetineerden waarvan het vermoeden bestaat dat zij terug zullen vallen in delictgedrag eerst hun verhaal te laten vormen en pas dan met de toekomst aan de slag te gaan. Zo kunnen zij letterlijk op verhaal komen. Ondersteun zowel startende delictplegers als recidivisten bij het herstellen van het levensverhaal tot een coherent geheel, waarin zij zelf een actieve hoofdrol hebben. 

Focus daarnaast op herstel van problemen op het levensgebied waar zij zijn ontstaan. Dat kan van dienst zijn bij het afremmen van de grenzeloosheid van veel recidivisten. Zij lijken gebaat bij het leren aanbrengen van grenzen tussen problemen. Daardoor neemt de agency toe: de (ex-)gedetineerde beseft dat hij het probleem ook hier en nu kan oplossen. Ook de morele competentie kan toenemen: het besef dat je een probleem niet ergens anders neer mag leggen. Hierbij is het noodzakelijk om de belangrijke spelers uit het eigen netwerk te betrekken en de ex-gedetineerde een actieve, gefocuste rol te geven, zodat hij niet langer rondtrekt ‘met zorgen onder zijn arm’.

Belang van familieleden

In alle opgetekende levensverhalen blijken persoonlijke relaties een grote rol te spelen in het vervallen in en weerstaan van criminaliteit. Relatieproblemen komen bijvoorbeeld regelmatig voor, maar het goed beëindigen van een slechte relatie heeft enkelen juist geholpen bij hun succesvolle re-integratie. 

Alle familieleden bleken in de gesprekken met de onderzoekers bereid steun te bieden aan de (ex-)gedetineerden. Bijvoorbeeld door op bezoek te gaan, financieel te ondersteunen, te helpen bij huisvesting en het huishouden. Opvallend was dat de familieleden van recidivisten weinig voorwaarden stelden aan hun ondersteuning. Ook was er bij deze groep een relatief grote kloof tussen de verhalen die de (ex-)gedetineerden vertelden en de verhalen van hun familieleden. 

Voor alle geïnterviewde familieleden gold dat zij nauwelijks betrokken waren bij detentie en de verleende nazorg. De helpende kracht van gezin en familie van (ex-)gedetineerden werden door de overheid, zoals de gemeente en de reclassering, niet benut. De onderzoekers zien hierin vanuit het oogpunt van recidivevermindering en efficiëntie een gemiste kans.