Nieuws

Jongeren in een justitiële inrichting kunnen flink profiteren van een groepsleider die in staat is om een echte relatie aan te gaan. Maar om die relatie tot stand te brengen is er bij inrichtingen werk aan de winkel. Dat betoogt Avans Hogeschool-docent Marie-José Geenen in haar promotieonderzoek.

Groepsleiders in justitiële inrichtingen hebben een bijzondere rol. Zij helpen een groep jongeren in het dagelijks leven: van eten klaarmaken tot sporten en het aanleren van sociale vaardigheden. Hiermee kunnen de groepsleiders het gedrag van jongeren bijsturen. De groepsleiders hebben daardoor soms een grotere invloed dan de gedragsdeskundigen die de jongeren individueel begeleiden.

Den Hey-Acker 

Marie-José Geenen onderzocht welke rol de alliantie tussen groepsleiders en jongeren heeft en hoe die versterkt kan worden. Daarvoor sprak ze onder andere met jongeren en begeleiders bij de justitiële jeugdinrichting Den Hey-Acker in Breda. Daar verblijven zo’n 70 jongens in de leeftijd van 12 tot ongeveer 21 jaar. Geenen: “Dit is de eerste keer dat in de praktijk uitgebreid is getoetst hoe allianties tussen groepsleiders en jongeren werken.”

Echtheid

Zowel de geïnterviewde jongeren als de groepsleiders gaven aan dat 1 punt heel belangrijk is: de echtheid van een relatie. Groepsleiders verwachten  van jongeren dat ze eerlijk zijn. Jongeren willen oprechte aandacht en geen begeleiders die zich verschuilen achter een professionele façade. Maar ook groepsdynamiek, het sociale netwerk van de jongere en een match in de persoonlijkheid van de jongere en de begeleider spelen een grote rol.

Resultaten toepassen

De macht om de alliantie tussen groepsleiders en jongeren zo sterk mogelijk te maken ligt voor het overgrote gedeelte bij de groepsleiders. “Groepsleiders geven elkaar te weinig feedback, terwijl ze  aangeven hier veel van te kunnen leren. Daar moeten inrichtingen hun begeleiders bij ondersteunen. Nu mijn onderzoek is afgerond, praat ik daarom veel met de justitiële inrichtingen om samen te bekijken hoe deze kennis in de praktijk is toe te passen. Hopelijk kunnen we zo de ruim 1.900 jongeren in inrichtingen in Nederland nog beter helpen.”

 

Marie-José Geenen is docent aan de Academie voor Sociale Studies Breda van Avans Hogeschool. Haar onderzoek voerde ze uit bij het Expertisecentrum Veiligheid van Avans. Ze promoveert op 19 december aan de Open Universiteit.